Wij arme schepselen, creaturen op deze rare bol. Wij zijn toch min of meer gebonden aan deze aarde. Wij rotzooien wat aan en leven blijkbaar voor de lol. Of je het nu leuk vindt of niet het is nu eenmaal zo mijn waarde.
Die binding gaat voor ieder schepsel verschillend op. Zo’n boom staat bijvoorbeeld verankerd in de grond. Samen met planten, struiken gras en bloemen lekker vast. Kijken zij zeer misdeeld en teleurgesteld wat in het rond.
Zien daar dan alle dieren gaan die minder gebonden zijn. Die lopers, wandelaars en renners schieten hen voorbij. Zij blijven echter wel verbonden zeg gekluisterd aan de grond. Die arme bomen, struiken en struweel gevoelen zich geheel niet blij.
Zien ook vogels, vlinders en al het vleugel gespuis vliegen. Jij staat daar dan gebonden in het rond en omhoog te kijken. In het gunstigste geval als de wind wat meezit wel wat wiegen. Nee, lekker de wereld in dat zou hen ook toch wel wat lijken.
De vegetatie aan de rand van het meer heeft het nog veel zwaarder. Zij zien ook de vissen en al het water gespuis in de rondte zwemmen. Zwanen, eenden en kruipend zwemgedierte zelfs de kant op kruipen. Zo snel ook als al die anderen gaan ja gewoon niet af te remmen.
Het meest jaloers zijn zij wel op de mens. Dat is iets wat zij allemaal wel wilden zijn. Zo’n mens kan lopen, zwemmen, vliegen. Zij kunnen niets en dat doet toch wel pijn.
Zo gauw de mens het moederlichaam verlaten heeft begint de strijd. Om los daarvan te leren overleven en dienstbaar blijven aan elkaar. Maar bomen en struweel blijven gebonden voor altijd met moeder aarde. Wij zwemmen, lopen en vliegen heel ver weg, zijn onze binding kwijt wel raar!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.