Naar school
Een paar dagen later was het zover. M’n moeder bracht me weg. Ik duwde de kinderwagen met Beppie, maar gaf hem een harde zet en liet hem los. “Goed hoor” zei moeder “als jij zo chagrijnig doet, neem ik wel over. ’t Schaap had er wel uit kunnen vallen.”’
De school was dichtbij. Een straat verder dan waar de kerk stond.
Juffrouw
Opzij van de grote open deur stond een juffrouw. Wat een oud mens, dacht ik. Veel ouder dan m’n moeder. “Dag Kees”, zei ze heel hard, “ik ben blij dat je er bent.” Ze had me nooit eerder gezien.
Naast me stond een meisje dat verschrikkelijk huilde. Zeker ook een nieuwe. Ik had wel zin om mee te doen. Maar ik schaamde me een beetje. Ik was toch een Hollandse jongen…
In de lange gang liepen een paar jongens hard te schreeuwen en elkaar opzij te duwen. Ik moest maar een beetje uit hun buurt blijven. Juf Scholten heette de vrouw van de deur. Ze praatte heel blij net of er iedere keer een verrassing zou komen. M’n vader zou haar heel goed na kunnen doen.
Aan de slag
Ze begon met een verhaal uit de bijbel. Over wat voor dieren er allemaal de ark binnengingen. Dat wist iedereen toch al lang. Daarna zongen we een versje over de Here en daarna “Een veldmuis vond in ’t beukenbos”. Kende ik allang. Toen gingen we matjesvlechten. Dat was toch eigenlijk iets voor meiden…