Op de bewaarschool mochten alleen de meisjes punniken en wij als jongens moesten met blokken spelen. Langzamerhand was dat nare gevoel in m’ n buik overgegaan, maar bij de gedachte vanmiddag wéér, kwam het terug.
Op de bewaarschool mochten alleen de meisjes punniken en wij als jongens moesten met blokken spelen. Langzamerhand was dat nare gevoel in m’ n buik overgegaan, maar bij de gedachte vanmiddag wéér, kwam het terug.
Gemeen
In de speelzaal zongen we voor een jarig meisje dat trakteerde en ook deden we ‘zakdoek leggen’ en, ‘Ik moest dwalen’. Bij de woorden ‘Alle ogen zijn gesloten, al wie er omkijkt krijgt hem niet’, graaide een jongen het snoepje uit m’n hand en siste “Als je het tegen de juf zegt, krijg ik je buiten wel.” Ik schrok. Waren hier ook al van de rotjongens?
Eindelijk was de school uit. In een lange rij moesten we in de gang wachten tot onze naam afgeroepen werd. Terwijl de jongen voordrong, grijnsde hij “Lekker snoepie.” Juf Scholten stond weer bij de deur en we konden er maar net langs. “Berend Griffioen, Anneke van Gool, de kinderen Biel, Gijs van Zanten.”
‘De kinderen Biel’. Zij heetten geeneens Biel, maar gewoon Bil. Van Bil hadden ze een zaak op de Zaagmolendrift. Met mijn vader had ik er pas een zaag gekocht. De oude was gebroken toen mijn vader hem als zingende zaag wilde gebruiken.
Gelukkig stond mijn moeder bij de andere moeders. Ik rende naar haar toe. ”Of het fijn was?” Ik bromde maar wat. Van die jongen vertelde ik niet. Maar hij mocht wel uitkijken. “Een Nathanaël in wie geen bedrog was.”
Dit is deel 17 uit de reeks verhalen van dhr. Kees van Baardewijk genaamd: Blaadjes uit een levensboek.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.