Boerderij
Zo’ n boerderij… dat is wat voor een klein stadsjongetje. Een alleenstaand gedoetje met een grote deel met gereedschap. Op de hilt, een soort open zoldertje, lag hooi. Ik heb er één keer geslapen en was bijna niet wakker te krijgen. Oom Teun was een klein boertje, ze hadden vier, vijf koeien, een stuk of vijf, zes varkens en honderden kippen. O, die kippengeluiden en het gekoer van duiven, die geur van hooi…
Een keer stond tante Sien met iemand te praten bij de deeldeuren. Ze bukte even en plukte een volkomen willekeurig kip op die ze moeiteloos de nek omdraaide.
Het was niet zo dat ik alleen maar vakantie vierde. Nee, ik kreeg al gauw allerlei dingen te doen. Eieren rapen, die kon je echte overal verwachten. Er kraakte ook wel ‘es wat onder je klompen…