Home / Verhalen / Collectanten en meer

Collectanten en meer

Met dank aan Ivan Grud voor het insturen van de tekst


Het was een heerlijke voorjaarsdag dat ik met Joop een beetje zat te keuvelen aan de bar. De enige bezoeker was Guus, een gehandicapte welke aan de leestafel op zijn gemak de kranten zat door te nemen. We hadden het over alles en nog wat. En het zal rond een uur of elf geweest zijn dat de deur open ging, collectanten. ‘Goedmorgen heren’ klonk het vriendelijk, ‘nog wat te missen voor kinderen in Afrika?’ De dame hield direct de bus onder mijn neus. Ik viste een euro uit mijn zak en liet die in de bus glijden. Joop gaf een hengst op de kas en deed het eveneens. ‘Goedemorgen heren’, klonk het weer en weg waren zij.
‘Ja kijk’ zei Joop, ‘dat is nu niet zo erg hoor maar soms breek het je wel eens op. Ook blijft de vraag altijd; zit er nou ergens niet een directeur met zijn dikke kop van jouw centjes aan de Costa del Sol een vorstelijk whisky te slurpen.’ ‘Ja, daar moet je maar niet over nadenken want dat help toch niet’ antwoordde ik.
De deur ging weer open en dit maal kwamen er twee jonge meiden binnen. Met, jawel, de bekende bladen over de arm. Joop kennende hield ik mijn hart vast. Maar nee hoor, Joop was uiterst vriendelijk. Hij glimlachte de meiden vriendelijk toe, (te vriendelijk) en vroeg, ‘wat kan ik voor jullie doen lieverds.’ ‘Nu, u kunt voor ons niet zoveel meer doen’ zei de blonde. Zij had een dorpsachtig accent. Zij was misschien rond de twintig en zag er ondanks een ietwat truttige kleding sexy uit. ‘Maar wij kunnen wel wat voor u heren betekenen.’ ‘Ja, dat wil ik wel aannemen’, zei joop ondeugend, ‘ik weet wel een paar leuke spelletjes.’ De twee namen het gemoedelijk op en zeiden lachend, ‘dat geloven we graag, maar we geloven in nog veel leukere dingen.’ ‘Zoals’, vroeg Joop zich dom houdend. ‘Nu, wij geloven dat er iemand is die u veel te bieden heeft’ zei nu het donkere meisje. ‘Ok’, aldus Joop, en met een knipoog naar mij, ‘maar laten wij nu eerst maar wat te drinken nemen. Dat praat wat makkelijker, jij nog een vieux Ivan en dames wat zal het zijn een colaatje met een tikje?’ De twee keken elkaar wat giechelend aan om dan te vragen,’een tikje?’ ‘Ja’, zei Joop ‘niks bijzonders hoor net even voor de smaak, kom even zitten, neem een kruk.’ De meiden namen plaats.
Joop schonk ze beiden een cola tik, (meer een klets) in. ‘Zo, en vertel eens wat doen jullie zoal in het weekend’ vroeg hij gemoedelijk. ‘Gaan jullie wel eens naar de Disco of een sociëteit?’ ‘Ja, we gaan wel eens dansen met de vereniging. Nee geen disco’ antwoordden zij, ‘dat doen we niet.’ ‘En met de boys hoe zit het daar mee?’ vroeg Joop weer. Ik kreeg het een beetje warm, waar was Joop op uit? De meiden, nu een beetje nerveus giechelend, ‘we hebben nog geen vriend als u dat bedoelt.’ Ze dronken stevig van de cola, ze zullen dorst gehad hebben dacht ik.
‘Nou is dat even mooi Ivan en ik hebben geen vriendin, dus als dat nu geen teken van boven is weet ik het ook niet meer. Iets of iemand heeft jullie naar ons geleid. Daar moet op gedronken worden.’ En voor de meiden konden protesteren waren de glazen al weer vol. ‘Ja, Ivan is niet zo jong meer en knap natuurlijk, maar hij mag er best nog zijn. Maar ik, ik ben nog goed in de belangstelling dus jullie moeten maar kiezen.’
Het werd duidelijk te veel voor hen, de drank wat zij niet gewend waren en het flirten van Joop. Met een hoofd als een bietje lieten zij zich dan ook snel van de kruk glijden. ‘Erg bedankt mijnheer, maar we moeten weer verder.’ ‘Nou, veel succes dan maar’, zei Joop nog, ‘moet je mijn nummer nog hebben?’ Giechelend schuifelden zij naar de deur, en weg waren ze. ‘Zo die hebben wat te vertellen als ze thuis komen Ivan, leuke meiden’ aldus Joop. ‘Je bent knetter Joop, maar wel leuk knetter’, zei ik.
Even later kwam er een gast binnen met een aktetas. Hij legde deze op een kruk en zei tegen Joop, ‘goedemorgen mijnheer bent u de eigenaar van deze zaak?’ Joop, achterdochtig ‘hoezo?’ ‘Nu kijk’, ging de man verder, ‘ik ben ambtenaar in dienst van de vereniging ‘Horeca en gehandicapten’. Wij zien er op toe dat er in de café’s toegangmogelijkheden zijn voor deze groep.’ ‘Zo’ zei Joop, ‘en dat heb ik niet, en nu?’ ‘Dan zult u daar voor moeten zorgen.’ ‘Zo’, zei Joop, nu duidelijk geïrriteerd, ‘en wie gaat dat betalen?’ ‘Ja, dat zult u moeten bekostigen’ vervolgde de ambtenaar. ‘Kijk nou eens daar minkukel’, Joop wees naar de opgevouwen rolstoel welke onder het raam stond. Vervolgens wees hij naar Guus en vroeg, ‘hoe denkt je dat hij is binnengekomen, door het bovenlichtje?’ ‘Ja, maar het is toch niet de bedoeling dat u elke gehandicapte naar binnen draagt’ zei de ambtenaar. ‘Oh nee, nou dan kom jij het toch lekker doen.’
Hij riep, ‘Guus wil jij door deze klojo naar binnen gedragen worden?’ ‘Laat mij met rust’ zei Guus chagrijnig. ‘Je hoort het, en ga nou maar weg want je verziekt de sfeer hier’ gromde Joop.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten