Er werd een fles in zee geworpen.
Een fles, daarin een felle hartenkreet.
Een hart dat vroeg om aandacht en een beetje liefde.
Een schreeuw van wanhoop, om begrip voor alle leed.
Op dat stomme eiland viel immers nooit iets te beleven.
Die mannen daar dachten alleen nog maar aan werk.
En ’s zondags was het altoos rustig echt een rustdag.
De enige drukte daar was ’s morgens bij de kerk.
Als je dan net als zij met moederinstincten loop te worstelen.
Alleen nog maar kan denken aan nageslacht, een kind!
Kan het gebeuren dat je in je wanhoop naar de fles grijpt.
Dan is het je ook een rotzorg wat of een ander daarvan vindt.
Zo had een vrouw haar lieve man verlaten voor een ander.
Hij kon het leed niet aan, gedroeg zich vreemd en raakte zonder werk.
Greep in zijn wanhoop naar de fles, werd op den duur een zwerver.
Dat de fles een medicijn voor een wanhopig hart, dat is toch sterk.
Aan het arme kind werd de moederborst geheel onthouden.
Wat doe je dan hè, ook een noodgeval dacht ik, dus de fles.
Drie flessen die er niet om liegen dacht ik, zou het helpen.
Voorbeelden genoeg hoor, ik weet er zeker nog wel zes.
Ik wil echter alleen maar zeggen “je moet de fles niet onderschatten”.
Het is de uitlaatklep voor heel veel wanhoop in deze maatschappij.
De fles is in het leven niet meer weg te denken voor heel veel mensen.
Maar het geloven in de fles, ja dat staat voor een ieder vrij.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.