Home / Verhalen / Een kroeghond

Een kroeghond

Met dank aan Ivan Grud voor het insturen van de tekst


Er was ingebroken in het bruin cafeetje. Joop was in alle staten. Briesend en grommend liep hij de glasscherven bijeen te vegen van het kleine zijraam. De dieven hadden zijn geluidsinstallatie meegenomen, flink wat flessen drank en de kassa. Hij tierde: ‘J’je zou ze toch verdomme ophangen hé, dat tuig. Wat hebben ze er nou aan? Ze krijgen geen piek er voor. Het zullen wel weer junks geweest zijn. Die verpatsen het voor bijna voor niks.’
De politie had ’s nachts al een plaat voor het gat laten plaatsen. Joop had als eerste de glaszetter gebeld. Nel de buffet juffrouw, die bij Joop thuis in was getrokken na het voodoo avontuur, was de bar aan het ordenen. Halfvolle flesjes frisdrank stonden vastgeplakt op de bar. Ze was als altijd vrolijk en zong onder het werken haar favoriete liedje; ‘Daar in dat kleine café aan de haven’.
‘Loop jij nou te zingen?’ vroeg Joop ‘Ik word hier niet vrolijk van hoor’, mopperde hij. ‘Ach, Joop als jij nu je hart lucht met mopperen dan zing ik de moppers weer naar buiten.’ ‘Als je nog even doorgaat met zingen mopper ik jou naar buiten, dat is wat anders’, zei Joop met een grijns op zijn smoel. Om aan mij te vragen, ‘wat kan ik daar nou tegen doen Ivan? Dit is nu al de derde keer, stelletje etters. Ik word eerdaags nog uit de verzekering gedonderd. Aan het alarm hebben ze gewoon maling. Eer die gasten van de bewaking er zijn, zijn zij al weer pleite.’
Hij wilde weer van voor af aan beginnen met het opsommen wat de schade was. Ik smoorde hem de mond door te zeggen, ‘ik heb wel eens gehoord Joop, dat het beste dat preventief werkt ter voorkoming van inbraak een grote hond is. Een Bouvier misschien, een Herder of een Rottweiler ook geen kleintje.’ ‘Ja, maar die koop je toch niet groot’, vroeg Joop. ‘Dan zit je bijna een jaar met zo schijter. En wie laat dat dan uit?’ ‘Nou nee je moet niet een puppy kopen, maar een grote, een die al is afgericht. Die kost wel een beetje, maar dan heb je ook wat’, zei ik hem.
‘Dat is nu eens een goed idee’, kwam Nel tussenbeide. Een puppy is niks voor hier, dan wordt het toch maar een allemansvriend. Later gaat hij dan kwispelend op die inbrekers af. Desnoods helpt hij nog met sjouwen, nee dat is niks. Beetje agressieve hond. Hij moet goed naar jou en mij luisteren en dat is voldoende.. Overdag kan hij achter op de plaats. Ik neem hem af en toe eens mee dan is hij er ook nog even uit. Als we sluiten laat ik hem nog even poepen en pissen. Als hij dat eens een keer achter op plaats doet is ook geen ramp. En als we afsluiten gewoon los laten lopen in de zaak. Ik zal gelijk eens even in de gele gids kijken.’
‘Nou zal ik dat maar even doen ‘juffrouw Pennewip’ zei Joop. Weldra had hij een advertentie gevonden, hij las voor; ‘Afgerichte Belgische Herdershonden met certificaat en terugbreng garantie bij onoverkomelijkheden. Uden Brabant.’ Joop belde gelijk en er zou binnen een twee uur iemand met een hond langs komen. Joop vroeg mij, ‘zou jij misschien ook even hier kunnen zijn, Ivan?’ Ik stemde hierin toe, ‘o.k, een uur of drie dan Joop.’
We zaten wat over de hond te filosoferen met een paar andere stamgasten toen de deur open ging en daar was de hond met zijn begeleider. Het was een schitterend beest, een reu. Pracht herdershond, mooi glanzend. (pas gewassen misschien?). Toen de man inhield ging hij gelijk zitten. Het enige wat mij niet beviel was riempje om zijn snuit. ‘Een soort van Muilkorf?’ Toen ik er naar vroeg zei de man, ‘ja, dat heeft min of meer een preventieve functie. We weten uiteraard niet waar we in terecht komen.’ ‘Ja, in de kroeg hé’, bromde Joop. Hij vroeg, ‘die kan nu toch wel af?’ ‘Nou laat hem maar even wennen, u bent de baas hier?’ vroeg de man. ‘Ja, dat wordt verondersteld, maar sinds de laatste twee maanden is het lichtelijk overgenomen’, grijnsde Joop en hij wees naar Nel. ‘U beiden dus.’ Dan zei hij tot de hond: ‘Trix, dat zijn je nieuwe baasjes.’ Joop en Nel moesten hem aaien. De hond gaf geen krimp. Geen kwispelen van de staart, nee niks.
Er werden nog wat gegevens uitgewisseld. De hond was speciaal afgericht op de nacht. Overdag zou hij veel slapen, mooier kon niet volgens Joop. De stamboom kwam te voorschijn, er werd betaald, de garantie nog eens benadrukt en de man vertrok. Nel ging achter eten aan voor het beest. Ze zou ook de daarvoor benodigde bakken kopen.
Joop glunderde hij pakte de riem en zei ‘volg.’ en de hond volgde direct. Ook de andere opgeschreven commando’s werden direct opgevolgd. Joop probeerde alles uit. ‘Zit’ en ‘af’ commandeerde Joop. Waarop de hond direct ging zitten of liggen. Ja, te gek kost wel wat, was een ieder over eens, maar dan heb je ook wat.
De volgende morgen zag ik joop op het stoepje van zijn café zitten. ‘Wat nu?’ vroeg ik hem. ‘Kan verdomme niet eens mijn kroegje in. Die pleurishond verscheurt je’ gilde hij. “Trix, is drie keer niks!’
‘Ja Joop’ zei ik, ‘maar er is niet ingebroken vannacht, toch?’

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten