Het volgende gebeurde in augustus 1968.
Boer J.J. waar ik vaak een kop koffie dronk, vroeg mij de eerste woensdagmorgen in augustus of ik zijn karretje met melkbussen (zes stuks) die avond bij zijn schuur wilde weg halen. Hij wilde ’s middags naar het concours hippique in Buitenpost, wat elk jaar de eerste woensdag in augustus is. Dan ging hij woensdagmiddag om één uur melken en als hij zijn karretje met melkbussen dan in de schaduw van zijn schuur neerzette, stonden ze niet de hele middag aan de weg in de brandende zon. Dit was voor mij geen probleem. De afstand van de schuur tot de openbare weg was hooguit 25 meter.
’s Avonds om 7 uur kwam ik bij boer J.J. aan en het karretje met de zes melkbussen stonden keurig tegen de achtergevel van zijn schuur. Hij had de deksels van de bussen er schuin opgezet, misschien om wat te luchten. Ik haalde het karretje met melkbussen op, zette ze op mijn melkwagen en de lege bussen van de morgenmelk zette ik weer op het karretje. Ik dacht: “wacht even, ik zet het karretje met lege melkbussen weer precies op dezelfde plaats en ook de deksels weer schuin op deze lege melkbussen”. In afwachting wat voor commentaar ik de volgende ochtend zou krijgen, ging ik weg.
Donderdagmorgen om 9 uur kwam ik bij boer J.J. aan. Hij stond mij al op te wachten. Zijn ene oog zat dicht, een pleister op zijn neus en op zijn oor en allemaal schrammen. Hij deed zijn broekspijpen omhoog: ook daar allemaal schaafwonden en hij riep: “dit is jouw schuld!”
Ik zei: “mijn schuld? Ik denk dat jij vannacht dronken uit Buitenpost bent gekomen”.
Maar dat was niet het geval. Wat was er namelijk wel gebeurt? Hij was die nacht om twee uur thuisgekomen en zag het karretje met (lege) melkbussen staan en dacht dat ik ze vergeten was. Achteraf dom natuurlijk om de bussen niet even te controleren, vond boer J.J. zelf ook. Dus hij ging ’s morgens naar zijn buurman om te vragen of hij ook nog een paar lege bussen had. De buurman had er nog een paar, maar die lagen op het (verrotte) zoldertje in de schuur. Dus boer J.J. klom nog half dronken op het zoldertje, maar een moment later ging hij met twee bussen van de buurman door de zolder en kwam drie meter lager op de grond terecht. Een (verrotte) plank die boer J.J. nog achterna kwam raakte hem (gelukkig) net onder zijn linkeroog. Kunt u zich voorstellen hoe boer J.J. eruit zag? Wat heb ik gelachen toen boer J.J. zijn verhaal deed en hoe zielig hij er bij stond.
Mijn dag kon niet meer stuk en we komen nog steeds bij elkaar koffie drinken. Zo zie je wat een eenvoudige grap kan opleveren.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.