Wandeling over het Vrijthof.
Dromerig loop ik langzaam over het Vrijthof, een van de mooiste pleinen in Europa, in Nederlands oudste stad Maastricht. De zon staat hoog aan de hemel en in dat fraaie zonlicht zie ik hoe mooi het hier is. Even denk ik, wat zal de naam Vrijthof betekenen? In onze stad betekent Vrijthof, vanaf de vroege Middeleeuwen, voorhof van de Sint Servaaskerk. In andere plaatsen kan het weer een andere betekenis hebben, maar ik wil daar in dit verhaal niet verder op in gaan. We wandelen verder en kijken naar…
De Sint Servaaskerk
Voor mij zie ik de prachtige Sint Servaas Basiliek hoog over het Vrijthof oprijzen. De kerk is gebouwd in de Romaanse stijl. De Sint Servaaskerk is genoemd naar de eerste bisschop van Maastricht, Sint Servaas. Hij kwam om +- 350 uit Tongeren naar Maastricht waar hij, zo wordt aangenomen, op 13 mei 384 is begraven aan de westelijke uitvalsweg. Sint Servaas was een Armeniër en hij heeft de bisschopzetel van Tongeren naar Maastricht gebracht. Omstreeks het jaar 575 heeft Monulphus boven zijn graf een kerkje laten bouwen op de plek waar men ver buiten de nederzetting de doden was gaan begraven, aan het Vrijthof. In de negende eeuw zou dat kerkje door de Noormannen weer verwoest zijn. In het jaar 1000 werd de Sint Servaas, door keizer Otto III tot Rijkskerk verklaard. In dat jaar werd ook het borstkruis van Sint Servaas vervaardigd. Het bouwen aan de Sint Servaaskerk ging op gezette tijden steeds verder. Zo werd in 1475 de kruisgang of zoals hij in onze tijd genoemd wordt, de “Lange Gaank” (Lange Gang) voltooid. In die tijd begon de stad ook uit te breiden en aan de Bredestraat werden toen de eerste huizen geplaatst. Op 21 juni 1515 werd de “Grameer”, de grote klok van de Sint Servaas, gegoten door de gebroeders Moers en in de toren gehangen. De klok weegt 6.300 kilo en heeft een heeft een doorsnede van 2.2 meter. Naar verloop van tijd kwam er echter een scheur in de klok en ze liet niet meer het geluid horen dat men van “Grameer” gewend was.
In 1796, toen de Fransen hier aan de macht waren, werd de Rijksadelaar op de Sint Servaastoren vervangen door de Jacobijnenmuts. In 1802 wordt de Sint Servaaskerk een opslagplaats voor hooi en stro. Toen Napoleon, na een staatsgreep, het roer overnam ging het voor de katholieken wat beter. In 1805 op 6 januari, werd de Sint Servaaskerk weer in gebruik genomen als parochiekerk. Het meubilair voor de kerk werd overgenomen uit de voormalige Dominicanerkerk.
Dak van de St. Servaastoren
In 1955, op 9 september bij werkzaamheden aan het dak van de neogotische middentoren, vloog deze in de brand. De brandweerman die hoog in de lucht op de ladderwagen stond te blussen, was aan zijn laatste werkdag bezig, alvorens met pensioen te gaan. Er was echter niets meer aan te redden en al brandend kwam de toren in de kerk neer. Men kon alleen maar proberen de rest van de oude kerk te behouden. Dat is ook gelukt, maar vanaf die dag zijn we de toren kwijt en hij is nooit meer hersteld.
In 1976, op 9 januari, tekent de toenmalige Koningin Juliana in de Sint Servaaskerk de oorkonde voor de vestiging van de Rijks Universiteit Limburg in Maastricht.
In datzelfde jaar krijgt de kerk een nieuw carillon dat bestaat uit 47 klokken. In 1980 start weer een restauratie van de Sint Servaas die tot mei 1993 zou duren; dat alles bij gelegenheid van de zestienhonderdste sterfdag van Sint Servaas. Ook in 1984 zijn er enkele archeologische vondsten gedaan: de lange mins, de grafkelder, de twaalfhoekige centraalbouw en het loden kruis van Humbertus. In 1984 kreeg men een nieuwe “Grameer”, die de gescheurde klok uit 1515 vervangt. Deze klok laat nu weer het vertrouwde geluid over Maastricht horen. Heel veel Maastrichtenaren kunnen zich het jaar 1985 nog herinneren en weten dus ook dat in dit jaar Paus Johannes Paulus II een bezoek brengt aan onze stad. Bij deze gelegenheid wordt de Sint Servaaskerk basilica minor. Tijdens de restauratie van de kerk wordt in 1987 onder het noordertransept een sarcofaag gevonden van de rijke dame. Het jaar daarna in 1988 wordt op 18 juni de graftombe van Servaas bouwheer Proost Humbertus aangetroffen. Er wordt ook een grafkruis ontdekt, het is 37 centimeter groot en nagenoeg de gehele tweede bouwfase van de kerk wordt onthuld. Ook in dat jaar krijgt de kerk weer poorten aan het Vrijthof. Op 12 mei 1990 is de herinwijding van de gerestaureerde Sint Servaasbasiliek.
De Sint Janskerk
Links van de Sint Servaaskerk staat de Sint Janskerk. Ze werd gebouwd omstreeks 1200 en de kerk was de doopkapel van de Sint Servaas. In het jaar 1366 was de toren van de Sint Jan al in het bezit van een uurwerk. De eerste toren van de kerk waait tijdens een zware storm, op 8 juni 1373, helemaal om. In 1475 volgt dan de bouw van de huidige toren, die 70 meter hoog is en is afgekeken van de Dom toren in Utrecht. In de Middeleeuwen was deze kerk verbonden als parochiekerk aan het Sint Servaaskapittel. Sinds 1634 is de kerk in het bezit van de Gereformeerde kerk. In 1471 heeft Bisschop Lodewijk van Bourbon de kerk ingewijd. De toren van de Sint Jan werd herhaaldelijk in een rode kleur geschilderd, in 1985 voor het laatst. Natuurlijk vraagt u zich af waarom dat gebeurde. De toren van Sint Jan is opgetrokken uit mergelblokken. Mergel is een poreus materiaal en om dit materiaal sterker te maken, zodat het langer meegaat, smeerde men dat in met menieverf. Zo kon de toren beter tegen de weersomstandigheden. Vandaar deze rode kleur. Nadat de Sint Servaas gerestaureerd werd, begon in 1982 ook een flinke restauratie van de Sint Janskerk.
De Hoofdwacht
Voor de Sint Servaaskerk staat de Hoofdwacht. In 1642 is de Hoofdwacht gebouwd en in 1738 vervangen. Grotendeels nieuw gebouwd, werd ze in 1773 en de voorgevel is van Naamse steen gemaakt met een ingebouwde galerij. In de Hoofdwacht zetelde o.a de garnizoenscommandant en de Krijgsraadkamer. Hier in dit gebouw werden ook de sleutels van de Maastrichtse stadspoorten bewaard. Rond 1650 was de gang van zaken als volgt. Bij zonsopgang werd door de tamboer van dienst de reveille geslagen. In de loop van de dag vond er een kleine parade plaats voor de Hoofdwacht, van het korps dat die dag dienst had. Daarna werden er eventuele straffen uitgevoerd en gingen de soldaten de wachten bij de stadspoorten aflossen. Door de straten van Maastricht marcheerden de soldaten naar de stadspoorten. Dit paste zeer goed in de traditie van Maastricht als vestingstad. Ook de meeste inwoners van onze stad houden van tradities en tot in de jaren zestig hebben we het aflossen van de wacht in de Tapijnkazerne kunnen volgen. Op het Vrijthof zou dat in deze tijd een mooi schouwspel kunnen zijn. Maar wat we daar zien valt bitter tegen er staat naast het wachthuisje een etalagepop met een modern uniform aan van de Limburgse jagers. De toeristen gaan er naast staan om een foto te maken. Dit is Maastricht niet waardig. Ik wil een uitzondering maken voor de mannen van het Mestreech Regimeent. Deze mannen, allemaal vrijwilligers, gaan in hun vrije tijd hier wachtlopen en proberen de Maastrichter traditie toch nog hoog te houden. Mensen van het Meestreech Regimeent chapeau.
De Groote Sociëteit
Op de hoek van het oude Julianaplein en het Vrijthof ligt de “Groote Sociëteit”. Deze sociëteit is opgericht in het jaar 1760 en is nu dan ook de
oudste sociëteit van de stad. Vanaf deze plaats had men een goed uitzicht over wat er op het Vrijthof gebeurde. In de Sociëteit kwamen de officieren en kanunniken om er een kaartje te leggen en te praten. Er werd de beste koffie geserveerd en in 1786 kostte de koffie drie halve stuivers. In 1838 kreeg de “Grote Sociëteit” een soort dependance en wel het Casino Slavante, dat tot dan een klooster was geweest. In 1841 kreeg Casino Slavante zelfs bezoek van Koning Willem II. In 1945 direct na de Tweede Wereldoorlog was de “Grote Sociëteit het aanmeldingspunt voor oorlogsvrijwilligers. Vele Maastrichtse jongens hebben hier hun handtekening geplaatst en zijn eerst naar Duitsland en naderhand, toen Japan gecapituleerd had, naar het toenmalige Nederlands-Indië vertrokken.
Statenhuis
Aan de overkant van de Groote Sociëteit op de hoek van de Statenstraat lag het Statenhuis, waarvoor in het jaar 1700 de eerste steen werd gelegd. Vanaf toen logeerden hier de afgezanten van de Staten-Generaal als ze om de twee jaar in Maastricht arriveerden om o.a. de stadsregering te vernieuwen. In 1829 werd het huis verkocht en verbouwd. In 1916 werd het geheel vervangen door het voormalige Postkantoor. In dit kantoor was in de eerste jaren de gehele PTT gevestigd. Zowel Telefoon als Post. In de vijftiger jaren was de ruimte echter te klein geworden en als eerste ging de Telefoondienst naar een nieuw gebouw dat gelegen was Achter de Oude Minderbroeders.
De Perroen
In 1292 laat de Luikse Bisschop, Jan van Vlaanderen, op de noordwesthoek van het Vrijthof de Perroen oprichten. De Perroen betekent “Plaats des Doods” en het geeft aan welke macht de Prins Bisschop van Luik in Maastricht bezat. Bij de Perroen werden officiële mededelingen gedaan. De Perroen werd ook gebruikt voor terechtstellingen. Ook heksenverbrandingen vonden plaats op het Vrijthof. In 1802, in de Franse tijd, wordt de Perroen afgebroken en vervangen door de vrijheidsboom. De vrijheidsboom is het symbool voor vrijheid en democratie. Tijdens de Franse tijd werd de Perroen afgebroken en vervangen door de vrijheidsboom. Op 7 juli 1955 wordt op het Vrijthof een nieuwe Perroen onthuld door de Luikse wethouder Olympe Gilbart. Aan het Vrijthof stond vroeger ook de Sint Servaasfontein, die daar geplaatst is in 1934, na een ontwerp van Charel Vos. Begin jaren 1990 is deze verplaatst naar het Keizer Karelplein.
De Vogelstruys
De huidige Vogelstruys is gebouwd in 1730. Maar op deze plaats is al bier gedronken voor 1309. Hier was toen een houten gebouw en de “Stroys” zoals het toen genoemd werd is al sinds 1450 een herberg. De Vogelstruys wordt door zijn centrale ligging ook wel de “hoeskamer vaan Mestreech” genoemd. Veel mensen hebben in al die jaren de Struys bezocht en zeker de bekende Maastrichtenaren kennen het café heel goed. Ga maar eens binnen kijken en zie daar de tekeningen van bekende Maastrichtenaren aan de muur. De huidige uitbater van de Struys had in 2014 de eer om prins carnaval van Groot-Maastricht te mogen en kunnen zijn.
het Vrijthof
In de geschiedenis van het Vrijthof komen uiteraard ook terechtstellingen voor. Zo vinden we in de geschiedenis dat in 1485 de onthoofding van Willem van der Markt op het Vrijthof plaats vond. In de jaren 1534 en 1535 vond de verbranding van de wederdopers plaats op het Vrijthof. Op 9 september 1944 werd Servatius Ritzen, die aan een onderduiker onderdak had geboden, op het Vrijthof neergeschoten. Hij was verraden en het hoofd van de Siecherheidsdienst, Ströbel schoot hem neer. Het slachtoffer overleed op 14 september 1944, de dag van de bevrijding van onze stad.
In 1970 was het Vrijthof een grote bouwput en dat duurde tot 1976. In die tijd werd de parkeergarage gebouwd en dat was toch wel een grote aanslag op het plein. Bij de graafwerkzaamheden werden vele graven gevonden, waaruit we veel hebben kunnen leren, van onze geschiedenis. Maar het Vrijthof in Maastricht zal nooit meer oude geheimen in de grond kunnen bewaren. Naar mijn gevoel en dat van vele Maastrichtenaren is het Vrijthof, met een parkeergarage eronder, niet meer het Vrijthof van weleer. Het Vrijthof zal nimmer zijn zelf als vanouds: een parade, een wandelplaats en een ontmoetingsplaats. Op de zondagen paradeerden de officieren met hun dames over het Vrijthof. Dit is verleden tijd.
Het Spaans Gouvernement
16 augustus 1973 was de officiële opening van het Spaans Gouvernement aan het Vrijthof. Het was geheel gerestaureerd en biedt het onderdak aan de kunstcollectie van Wagner-de Wit. Op 1 januari 1990 kreeg het Spaans Gouvernement de officiële status van museum. De naam werd Museum Spaans Gouvernement. In dit historische pand hebben in het verleden beroemde mensen gewoond. Filips II en Karel V hebben hier gelogeerd toen ze werden ingehuldigd als Hertog van Brabant. Ook de Spaanse veldheer de Hertog van Parma heeft hier onderdak gehad na het Spaanse beleg van 1579.
De Sociëteit Mommus
Deze Sociëteit is opgericht in Sint Pieter in het jaar 1839. Dit gebeurde in café “de Rode Haan”. De sociëteit groeide uit tot gangmaker voor grote festiviteiten in de stad Maastricht. Ook het Maastrichter dialect werd door de vereniging op de voorgrond geplaatst. De Veldeke kring, opgericht in 1926, vond hier zijn oorsprong. Het volkstoneel was ook een bezigheid van de Momus, met initiatiefnemer Fons Olterdisse. In de jaren 30 was de financiële positie van de sociëteit zo slecht, dat het gebouw aan de Vrijthof verkocht moest worden. De sociëteit hield op te bestaan. Vanuit de Mommus werd ook ieder jaar de Carnaval geleid door deze sociëteit. Naderhand is dit overgenomen door de Tempeleers die dat nu nog altijd doen. Een traditie is, het inschieten van de Carnaval door de Prins, op het Vrijthof met het Mommuskanon op Carnavalszondag.
Het Generaalshuis.
Het Generaalshuis werd gebouwd aan het Vrijthof in 1809. Het is een Neo-classistisch paleisje, op de plaats waar vroeger het Witte Vrouwenklooster stond dat dateert uit de zevende eeuw. In 635 wordt het klooster van de “Witte Vrouwen” gesticht. Waarschijnlijk is het het oudste klooster van ons land en de stichter is de Maastrichtse bisschop Johannes Agnus. In 1268 wordt het klooster door een grote brand verwoest en weer herbouwd. In dat klooster bevond zich het “Zwarte Kruis”, dat in 1795 wordt overgebracht naar de Sint Martinuskerk in Wyck. Luitenant-generaal Dibbets heeft, in de tijd dat hij commandant van de Vesting was, enkele jaren in het Generaalshuis gewoond. Daarna is het heel veel jaren Politiebureau geweest. Momenteel is het een Cultureel Centrum, met als naam Theater aan het Vrijthof.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.