Ze zit in de stoel met een lekker bakkie zomaar even te mijmeren, het jaar dat bijna ten einde is te overdenken. ‘Was het een goed jaar…? Mmmmm…niet slecht maar ook niet goed’, denkt ze.
Ze heeft alweer afscheid moeten nemen van lieve mensen die de grote reis naar het oneindige zijn begonnen… Oudere vrienden moesten verhuizen omdat het huis en de tuin hen echt te veel werden. Jongere mensen in haar leven zijn gewoon elders in de wereld avonturen aangegaan om nieuwe ervaringen op te doen.
‘Moet kunnen’, denkt ze. Niet altijd leuk voor ons maar wij hebben dat ook gedaan: Ook wij verlieten onze ouders toen we jong waren om aan de andere kant van de aarde te gaan wonen. En nu doen onze kinderen en kleinkinderen het zelfde.
De krant ligt op de koffie tafel, die heeft ze net met een zwaai van zich afgegooid: ‘Niets dan narigheid, daar heeft ze even schoon genoeg van. Moorden, oorlogen, inbraken, mensen zonder een dak boven hun hoofd, enz, enz!
Even kijkt ze haar kamer rond, die is ook nog steeds niet opgeknapt na de aardbeving. ‘Alweer een kerst in de rotzooi’, denkt ze een beetje boos. Bij velen is het allemaal al voor elkaar maar zij zit nog steeds lief en geduldig te wachten tot het gebeuren gaat want “er zijn nog duizende wachtenden voor u”. Nou ja… lief en geduldig… dat is natuurlijk niet echt waar! Dikwijls heeft ze lopen foeteren omdat er alweer kalk uit de scheuren in de muren viel. Of omdat ze nog steeds geen schilderijen of fotoos op kan hangen.
Haar man heeft al liefdevol het gat in de huiskamer-muur bedekt met een groot zilver folie zonnescherm zodat in de winter de wind er niet doorheen giert. Iedere dag ligt er weer een berg stof op de meubelen. Maar mopperen… welnee… ze moppert niet. Nou ja… één uurtje van de 12 uur per dag moppert ze echt niet!
Ook zet ze dit jaar geen kerstboom neer en de stal opzetten daar heeft ze eigenlijk ook al niet veel zin in, neemt ze zich voor. Gewoon niets… Kerst is toch niet meer wat het altijd geweest is. Alleen overvolle winkels… veel te veel eten… gasten, die komen en gaan. ‘Waar doen we het eigenlijk voor?’ vraagt ze zich verdrietig af.
O, daar gaat de bel ook nog… Ze heeft helemaal geen zin in visite nu ze zich zo somber voelt. Moet ze zeker weer vriendelijk lachen en luisteren naar al die kerstplannen van anderen waar ze helemaal geen belangstelling voor heeft.
Ze slentert de kamer uit en met een nijdige ruk opent ze de voordeur en dan… alsof iemand haar met een toverstafje heeft aangeraakt klaart haar gezicht op. Een warme golf verspreid zich door haar lichaam want daar staat haar kleindochter op de stoep met achterkleinkindje in de armen.
Ze neemt de kleine over met een gretigheid, waar ze zelf verstelt van staat en draagt haar wiegend in de armen naar haar stoel. De kleine kijkt naar haar op, lacht en maakt kirrende geluidjes. ‘Ach, vraagt ze aan haar kleindochter, ‘maak jij jezelf even een kopje thee dan kan ik mijn schatje weer eens goed bekijken.’
Zachtjes fluistert ze in de baby’s oor: ‘O, mijn mooi kindje, je maakt me de gelukkigste vrouw op aarde. Jij klein wondertje, jij doet mij alle narigheid van de wereld vergeten. Jij bent het beste medicijn, hier kan geen antidepressiva pil tegenop. Eén lachje van jou en een mens voelt zich als herboren. Jij bent het geluk, de hoop en blijdschap, inéén gerold. Kerstmis kan niet meer stuk en 2014 zal met de hulp van jouw aanwezigheid vast heel gelukkig worden.’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.