Home / Verhalen / Smartelijk

Smartelijk




Ach, lief meisje waarom huil jij zo.
Vanwaar nu toch dat groot verdriet?
Mijnheer; ik had een hele mooie weg.
Maar waar ik ook kijk, ik zie hem niet!

Ik ben gewoon de weg kwijt en kan hem niet meer vinden.
Hij kan toch niet gestolen zijn, want waar laat je nu een weg.
Ja, nu begrijp ik het, dat is dan wel een levensgroot probleem.
En zonder weg kun je ook nergens heen, dat is toch even pech!

Vertel eerst maar eens hoe of zo ongeveer jou weg er uit zag.
Was hij van asfalt, klinkers, keien, kiezels of gewoon een pad.
Het was een lange, rechte klinker weg, met aan de beide zijden bomen.
Een breed trottoir, en villa’s, een beek een molen, ik kan die weg wel dromen.

Wel daar komt iemand, aan wie wij het maar eens even moeten vragen.
U kuiert hier wat rond, is u niets opgevallen, een onbekende weg of zo?
Ik zeg maar wat, het zou toch kunnen want zoiets valt toch immers op?
Nu u het zegt, ik dacht al ik ben verdwaald, ja wacht eens even, Ho!

Een mooie laan een beek een molen en veel bomen, die heb ik net gezien
Ik dacht al bij mijzelf; hoe komt die hier terecht, en wie heeft hem verloren.
Als je nu terug loopt en de derde straat neemt aan je rechter hand, de hoek om,
Je loopt er recht op af, het kan niet mis, je kunt de wieken van de molen horen.

Die man ben ik toch eeuwig dankbaar, want zo vond ik mijn weg terug.
Ik kan nu weer naar huis, of als ik wil ook nog een lekker rondje om.
Maar waarom of iemand die weg toch zonder reden daar heeft neergelegd.
Blijf van andermans spullen af, wie pikt er nu een weg. Dat is toch stom!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten