Het zal rond een uur of half drie geweest zijn het toen de deur open zwaaide van het bruin cafeetje, alsof er iets vrolijks te verwachten was, dan wel binnen kwam. En dat kwam er. ‘Goedemiddag mannen, alles goed?’ De vraag kwam van een kleine magere man, van ongeveer een vijftig jaar oud, met een grote zwarte snor. Hij had een kaal hoofd en kenmerkend waren zijn borstelige wenkbrauwen. Hij stond bekend onder de naam ‘de Snor’ of wel ‘Breekijzertje.’ Dat breekijzertje sloeg niet op het feit dat hij werkzaam zou zijn als sloper, maar meer op het feit dat hij er avonds nog al eens op uit ging. En dan niet om te stappen. Kortom een inbreker dus. ‘Joop, geef de boys even wat te drinken van mij, het kan weer even’, zei hij opgewekt. Ik was daar niet zo heel blij mee, want om nu te drinken van gestolen geld, nee dat ging mij te ver. Dus ik bedankte Joop met een knipoog, ‘voor mij nu even niet Joop.’ ‘Heb je het ijzertje uit het vet gehaald, je leert het nooit af hé, weer eens op pad geweest vannacht?’ vroeg Joop. De Snor antwoordde, ‘Ja maar het was toch even een andere klus dan dat ik verwacht had. Als ik jullie vertel wat ik nou weer mee heb gemaakt, nee dat is ‘echt’ niet meer te geloven.’
Hij ging er voor aan de kop van de bar zitten en begon zijn verhaal. ‘Ik was vannacht naar die nieuwe wijk gegaan, je weet wel daar aan de rand van Lagendrecht, die nieuwbouw villa’s. Geld en spullen zat daar, zo moet je maar denken. Kolere man wat een wagens hebben zij daar, je kunt het zo gek niet opnoemen of het staat er. Nou het eerste beste adres, meteen raak en weet je wat? Ik hoefde mijn ijzertje niet eens te gebruiken. De voordeur stond op een kier, alsof hij zei, ‘kom binnen gabber en maak er wat van.’ Nou je weet het eerste wat ik deed was kijken of er misschien kinderen waren, kinderkleren aan de kapstok of schoentjes in de gang. Jullie weten dan ben ik gelijk weer weg. Voor mij geen angstige kinderogen meer. Dat heb ik één keer mee gemaakt en dat kostte mij drie maanden zitten, omdat ik het meisje troosten wilde.’ Hij zweeg even en nam een paar grote slokken van zijn pils. ‘Maar nee, niks aan de hand, ik keek recht tegen een trap die naar de slaapverdieping ging. En wat schets mijn verbazing, onderaan die trap lag een gedrapeerde damesmantel, als ware hij zo van de schouders gegleden. Vlak ervoor een paar van die stilettoschoenen. Hier had men haast gehad. Een stropdas hing over de leuning en een paar herenschoenen op de eerste tree. Iets hoger op de trap een overhemd. Helemaal bovenaan een schitterende japon. Nu jullie begrijpen het al, mijn hormonen begonnen een vreemd spelletje te spelen.’
Het was nu doodstil geworden aan de bar, iedereen hing aan ‘de Snor’ zijn lippen. Hij genoot zichtbaar en gebaarde Joop met zijn vinger de glazen nog maar eens vol te schenken.
‘Ik sloop op mijn sokken de trap op. Voorzichtig ervoor zorgend geen van de uitgestalde attributen aan te raken. Boven gekomen wist ik al snel welke kamer ik moest hebben. Er was maar een kamer die niet geheel gesloten was en van waaruit ik stemmen hoorde. Ik hoorde haar zeggen: ‘maar hij is toch in Brussel, dus waarom die haast.’ Ik dacht gelijk die zijn in de fout, kan niet missen.’
De monden van de mannen aan der Bar hingen nu werkelijk op half zeven, met daar boven ogen vol verwachting. ‘Dus ik pakte mijn mobieltje, opende de camera en flitste er lustig op los, en dat werd gezien. Er klonk een verschrikte kreet toen ik de kamer binnen stapte. Het eerste wat ik zag was een immens groot rond bed met daarin een hele mooie vrouw, het laken had zij hoog opgetrokken, ik vermoedde dat zij geheel naakt was. Ook zag ik dat de deur van een inloopkast die ‘nog net niet’ geheel tot stilstand was gekomen.’
De Snor genoot van alle aandacht, zij hingen als ware nu aan zijn lippen. Nu moet ik bekennen, ik zelf was uiteraard even nieuwsgierig hoe of dit zou aflopen. ‘Flits deed het Mobieltje’, zo ging de Snor verder. ‘Wat doet u hier, wat heeft dat te betekenen?’ vroeg de schoonheid quasi verontwaardigd.
Mannen geloof mij of niet, maar waar ik het vandaan haalde ik weet nu nog niet’, aldus de Snor. Ik zei tegen haar, ‘ja, mevrouwtje het kan lang goed gaan, maar ooit gaat het eens mis en dat moment is nu aangebroken.’ ‘Wat wilt u’, snauwde zij, ‘gaat u weg!’ Kennelijk wist de madame direct waar ik het over had. ‘Och, weet u, uw echtgenoot vermoedt het al wat langer en dus moest ik maar eens een oogje in het zeil gaan houden. Dat is niet zo vreemd hoor dat doen zij wel meer in de tweedekamer’, gokte ik sarcastisch. En het was raak.
‘Wat wilt u nu?’ vroeg zij nu benepen, haar hautaine gedrag was op slag verdwenen. ‘Die foto’s heeft u die ook op de trap gemaakt?’ vroeg zij. Ze sloeg haar handen voor haar ogen en begon te snikken. Dan klonk er een stem uit de kast, ‘ik betaal u het dubbele voor de camera en uw discretie.’ En mannen geloof mij, ik kon die stem, alsof ik hem dagelijks hoor op de T.V’, zei de Snor.
En weer ging zijn vinger in de rondte, ‘Joop kom op. Zegt die klootzak in die kast, ‘zeg mij hoeveel en ik betaal u het dubbele.’ Fout natuurlijk, helemaal fout, ik zeg vijfduizend euro. Hij hapte gelijk, te snel, dus ik, zonder mobieltje uiteraard, want dan komt er een rooitje bij. Zodoende mannen, we gaan er een leuke dag van maken, uiteindelijk is het waarschijnlijk ons eigen geld.’ Ik zei, ‘Joop doe mij nu ook maar.’ ‘Een dubbele Vieux graag.’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.