Home / Verhalen / Vakantie – herinneringen van Mariet Arentsen

Vakantie – herinneringen van Mariet Arentsen

Met dank aan Eunice Bom voor het insturen van de tekst

In deze serie verhalen neemt Eunice Bom van Mijn Monumentjes ons mee naar vroeger. Zij interviewt verschillende mensen die haar vertellen over hun herinneringen uit hun jeugd.

Voor dit vierde verhaal heeft ze Mariet Arentsen geïnterviewd over haar herinneringen aan vakantie vieren.

Op vakantie gaan? Dat was zeker geen gewoonte in de jeugd van Mariet. Als je ouders een eigen bakkerij hebben, dan kun je niet zomaar even weg.

Nu waren er veel meer kinderen die niet op vakantie gingen, want dat was in de jaren vijftig toch vooral iets voor kinderen van wie de ouders ‘centen hadden’, zoals Mariet het verwoordt. Zo is haar man bijvoorbeeld niet voor zijn 18e op vakantie geweest.

Dat lag voor Mariet wel iets anders. Als nakomer uit een gezin van vier maakte zij mee dat haar ouders het steeds een beetje beter kregen. Zo werd het op een gegeven moment wel mogelijk om de bakkerij een weekje dicht te doen en op vakantie te gaan.

vakantie
Morris auto

België

De tocht ging in 1958 naar België, naar een caravan die in het weiland van de verhuurder stond. Groot voordeel: alle bagage en de vakantiegangers konden in de Morris Minor, die normaal gesproken gebruikt werd om de bestellingen rond te brengen.

Maar verder was de vakantie helaas geen groot succes. De caravan was vies en klein en de ouders van Mariet waren blij toen de week om was en ze weer naar huis konden. Intussen had Mariet tijdens dit vakantieweekje de Belgen verbaasd doen staan door in het zwembad zonder aarzelen in het diepe te springen.
Het was daar in die tijd nog niet de gewoonte dat kinderen van een jaar of 9 al konden zwemmen. Nu had Mariet ook geen zwemdiploma, maar zwemmen kon ze wel.

strand

Schoonmaak

Terugkerend thema in de weekjes vakantie die Mariet hierna nog met haar ouders doorbracht: bij aankomst in een huisje dat niet van bekenden was, maakte moeder eerst alles schoon. Of dat nu nodig was of niet, het moest gebeuren. Mariets moeder was daarin niet de enige, maar daarover later meer.

koken kamperen

Kaboutertje

Voor Mariet waren er ook andere vakanties in haar jeugd: de weekjes weg met de padvinderij. Eerst als kaboutertje met z’n allen in een houten groepsaccomodatie. Dat lijkt een beetje luxe vergeleken bij het slapen in tenten, wat de oudere padvinders deden. Maar niets is minder waar: de kleine kabouters sliepen in een grote zaal op strozakken die ze eerst zelf gevuld hadden. Mariet kan het zich nog goed herinneren.

Tent padvinder kamperen
Padvinder kamp vlag

Latrine

Toen ze iets ouder werd, kwam ze in de volgende groep terecht: de padvindsters. Met deze groep gingen ze vaak kamperen in Ommen in het bos, in tenten die ze zelf opzetten en waar ze met een stuk of vier personen in sliepen. Tot zover alles goed, maar dan het sanitair… Bij aankomst was het graven geblazen: er moest een diepe geul komen die als latrine zou dienen. Om deze geul werd een tentdoek met palen gezet. De deur van de latrine was ook een paal met tentdoek: die trok je met paal en al dicht als je gebruik maakte van deze primitieve wc. Eenmaal binnen moest je wijdbeens boven de geul je behoefte doen, waarna je met een schepje je hoopje netjes bedekte met aarde. ‘Vreselijk!’, aldus Mariet.

Mariet zong met de padvinders vaak een liedje: ‘Hoor jij bij die drommen die naar Ommen kommen, om te kamperen langs Regge en Vecht?’ Met de slogan ‘Kom in drommen naar Ommen’ wilden Ommen in de jaren 50 mensen naar de Vechtstad trekken voor vakantie.

sanitair padvinder
toilet wc

Verplicht op vakantie

De laatste vakantie die Mariet met haar ouders doorbracht, was toen ze 18 jaar was. Het was niet haar keus, ze moest verplicht mee, want alleen thuisblijven was geen optie. Dat hebben haar ouders geweten, echt gezellig was ze niet deze vakantie.

Zwitserland

De volgende vakantie was een stuk aangenamer, toen mocht ze voor het eerst mee met de ouders van haar vriend naar Zwitserland. Met een bijzonder voertuig: een Paradiso. Dit was één van de eerste vouwwagens, met een kenmerkend feloranje tentdoek. Bij aankomst met z’n allen het dak omhoogduwen en klaar was je caravan/vouwwagen.

vakantiehuis

Vakantiehuisje

Er is één vakantieverhaal dat Mariet heel vaak vertelt. Het is niet haar eigen verhaal en toch ook een beetje wel. Als rondleider in het Nederlands Openluchtmuseum staat Mariet vaak stil bij het vakantiehuisje dat ontworpen is door Gerrit Rietveld. In de jaren vijftig ontwierp Rietveld dit huisje in opdracht van twee fabrieken. Zij lieten negen huisjes plaatsen in Markelo en Eerbeek, om hun personeel de gelegenheid te geven op vakantie te gaan. De meeste huisjes zijn inmiddels afgebroken, maar eentje is nog in de oude staat te zien in het Nederlands Openluchtmuseum, compleet met wanden die weggeschoven kunnen worden en banken die opgeklapt kunnen worden.

Als Mariet aan bezoekers over dit huisje vertelt, dan komt ook ter sprake hoe de mensen op vakantie gingen. Een week van tevoren werden linnengoed, dekens, aardappels en andere benodigdheden al verstuurd naar het vakantieadres, vaak met een vrachtauto van de fabriek of met van Gend en Loos. De vakantiegangers zelf kwamen met het openbaar vervoer, op de brommer of de fiets naar hun huisjes. Eenmaal aangekomen ging moeder aan het werk: het huisje moest eerst worden schoongemaakt natuurlijk.

Laat dat nou een verhaal zijn dat Mariet uit eigen ervaring kent…



Dit is deel 4 uit een serie interviews van Eunice Bom van Mijn Monumentjes, waarin ze met iemand terugkijkt naar vroeger. Deel 3 gaat over Koninginnedag.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten