Home / Verhalen / Zo, we zijn er weer

Zo, we zijn er weer

Met dank aan Ivan Grud voor het insturen van de tekst


Ik was blij weer terug te zijn in mijn stamcafeetje. Hoe mooi het carnaval in Brazilië ook geweest was, ‘eigenlijk geheel Brazilië’, ik had het gemist. De altijd aanwezige hartelijkheid, de lucht van bier en sigaretten, de porem van Joop, eigenlijk alles. Het bewees zich al toen ik binnenstapte; ‘kijk nou eens wie daar is, ‘Ivan’ kom binnen gozer, ouwe gabber van me, je bent lekker bruin.’ En ja, dat doet je wat, misschien sentimenteel, dan maar sentimenteel, maar mij doet het wat. Die grijns op Joop zijn gezicht alleen al, de liefdevolle blik van Nel, dat doet je thuiskomen. Zelfs de kaarters keken even op en die doen dat niet gauw, neem dat maar aan van mij. Van alle kanten klonk het: ‘hallo Ivan’ en ’terug jongen, neem een neut van mij.’
Ik zat nauwelijks of er stond een kop koffie en een vieux. ‘Op je terug keer jongen’ zei Joop met een knipoog van we hebben wat te vieren. Om dan te vervolgen met, ‘en, en dat carnaval daar, die mokkels Ivan, waanzinneg zeker, al die blote bruine billen, snoepen hé, te gek man.’ ‘Ja, dat is het toch wel hoor, dan is Limburg en Brabant een kinderkamer.’ ‘Ja, maar het is wel zo dat daar het klimaat alles veroorloofd’ zei ik. ‘Ja’, grijnsde Joop met enkele toehoorders, ‘als ze hier in zo’n bikini gaan lopen dansen dan hangen er ijspegeltjes aan, in plaats van swingende kwastjes. Maar die lijven hé Ivan, mooi bruin en slank.’ ‘Ja Joop, antwoordde ik hem, maar daar doen ze ook wel wat voor, ze zijn er eigenlijk altijd mee bezig.’
‘Dag in en uit op het strand, beetje sporten, veel water drinken en altijd in de zon, evenzo die kerels. Het kwam mij eigenlijk een beetje de strot uit. Dat gedoe, altijd weer aan de ijzers trekken strekken en spannen. Ook het smeren, altijd weer insmeren, liters olie gaan er doorheen, nee ik vond het klef. Maar misschien is dat mijn idee. We moeten wel een beetje vent blijven toch?’
Joop en zijn stamgasten allen voorzien van een schitterende bierbuik waren het er volkomen mee eens. Een beetje verwijfd was het oordeel, ik had gelijk. Nel die dit alles vanaf een afstandje had mee staan luisteren zei: ‘Nou ik mag het wel hoor, zo’n lekker strak gespierd bruin lijf.’ Hiermede haalde zij duidelijk revanche op Joop zijn interesse in de Braziliaanse dames. ‘Nel kijkt nou eens goed’ repliceerde Joop en hij nam een pose van een bodybuilder aan. ‘Ja, Joop het lijkt op niks,’ zei Nel lachend, ‘nu heb je geen buik maar een bult, haal maar weer adem knul, je begint blauw aan te lopen.’ Iedereen had lol, behalve Joop. Hij lachte als een boer met kiespijn ‘nee, jij bent lekker bruin laten we het daar op houden.’ repliceerde hij.
Echter Nel, die een paar maal in de week naar de zonnebank gaat, ziet er inderdaad altijd goed getint uit. Zij had Joop meerdere malen om een zonnebank voor thuis gevraagd met het doel, dan kon hij er ook eens onder. Volgens Nel had Joop de kleur van een pijpje krijt. Dus nu was Nel niet te stuiten. ‘We kunnen natuurlijk altijd even een wedstrijdje houden wie de meeste punten haalt, jij of ik. Jij in je zwembroek en ik in mijn bikini.’ Daar had Joop even geen antwoord op, ‘geef je vent met die bult maar eens een borreltje’ perste hij er uit.
Om het tij te doen keren zei ik snel, ‘maar het land en de bevolking is heel bijzonder, de mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam, en de natuur is overweldigend.’ Maar ik bereikte er niks mee, de natuur deed het hem. Fritsie, een uitgerangeerde diskjockey van over de vijftig met een lange grijze paardenstaart nam het voortouw. ‘Ja, als we zulke natuur hier rond hadden lopen, zaten wij nu op het terras te gluren naar al dat schoons’, aldus Fritsie. Frans, een notoire zuiplap, die naar mijn weten zelf nog nooit met een vrouwtje gespot was, sneerde hierop, ‘dat mag jij wel zeggen, want het zou ook wel bij het gluren gebleven zijn, je charme heeft je met de jaren ook lelijk in de steek gelaten. Laatste schoonheid waarbij jij aan haar arm bungelde was over de honderd kilootjes, is het niet?’
Ja, het toontje was er weer, gezellig en onverbloemd. Frits beet hem toe,’nee, jij hebt een lekker ding, dat is nu met recht een kanjer, echt een Braziliaanse, alles er op en er aan. Alleen jammer dat zij nooit hier is, wij hebben je nog nooit met een wijf gezien.’ Joop mengde zich nu ook in de verbale strijd, ‘dat is waar Frans. Heb je eigenlijk weleens een vrouwtje gehad?’ Toon, een boom van een vent, met een neus dat als je hem van opzij bekeek het net was alsof hij een banaan zat te eten gaf het antwoord voor Frans. ‘Wie, Frans een vrouwtje? Zo, en wat voor één, een spetter Joop, echt een Braziliaanse kanjer.’
Frans kreeg het duidelijk benauwd door deze bijval van Toon, hij wist er niet goed raad mee. ‘Ze had een paar benen die eindigden onder haar oksels, vervolgde Toon en een paar borsten, daar kon een cola flesje op laten staan. Ze had zwart haar tot op haar kont, die zo hard was dat als Fransie ging werken hij er een klap op gaf zo dat hij trilde. Als hij dan thuis kwam voelde hij eraan en dan trilde hij nog, niet Frans?’ Joop keek vol verbazing naar Frans en vroeg, ‘zo hard?’ ‘Nee,’ brulde Toon, ‘zijn werk was zo kort!’
Iedereen had als vanouds weer lol aan de bar. En ik was blij er weer bij te zijn. ‘Nou Joop schenk allemaal maar eens in, op mijn thuiskoms’,zei ik. Ik was weer helemaal terug. ‘Proost Mannen’

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten