Home / Verhalen / Zoethouder

Zoethouder




Toen ik geboren werd, regelde opoe voor mij een baker.
Maar eigenlijk waren die toen toch al veel langer uit de tijd
Ik was zodoende op dat gebied wel een der laatste der mohikanen.
Ik ben er nog, en voel mij niets tekort gedaan dus voel ik niets van spijt.

Zo’n baker lustte wel een neut, en hield het meestal niet bij een.
En ik kreeg ook mijn deel, een dotje suiker gedoopt in brandewijn.
Van slapen wordt een kindje heel snel groot en sterk zei men dan.
Ik was een heel lief kind en sliep heel veel, dat vond de baker fijn.

Is er heel erg veel veranderd dacht ik naar mijn kleinkind kijkend.
Die liep te zuigen op een grote gekleurde bal van suikergoed.
En al die kinderen die ik zie zijn meestal zwaar en veel te dik.
Ik denk die goeie ouwe tijd en ook het nu, nee echt dat gaat nooit goed.

Zij leven lui, doen geen zwaar werk en verbranden dan ook niet.
Dat groot en sterk is ook niet zo van zijn, alleen maar lomp en dik.
Met hulp van doktoren blijven ze misschien toch nog in vreugde leven.
Maar al met al bedenk ik hebben zij het een en ander nodig voor de kick.

En zo geeft elke tijd zijn eigen zorgen lusten, lasten en gebreken.
Eigenlijk veranderde er toch niet zo veel, dus blijf je bij het zoet.
Geboren zoetekauw, dus houden zo, op brandewijn of bal, blijf kauwen.
Ik ben nog altijd heel lief als ik slaap, dat geeft de burger moed!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten