
Als ik over een jaar of vijftien,
Een hele grote dame ben,
Zal ik me heel deftig kleden
Dat ik mezelve niet meer ken.
Zijden kousen, grijze, bruine,
Een jurk van roze crêpe du Chine,
Ondulatie in m’n krullen,
Van een pop of negentien.
Ik koop een hele dure auto,
Een Hispano super six,
Soms chauffeer ik,
Soms lig ik lekker
Achterin en doe ik niks.
‘k Reis naar verre, verre landen
Met een hele grote boot
Of ik geniet vanaf de Alpen
Van het purper avondrood.
Soms tik ik ook nog
Een zeppelin of een vleigtuig op de kop…..
‘Jansje Raamstra twintig tafels, want nu let je weer niet op!’.