‘Mijn hoofdje, moeder, doet mij zeer’
Riep ik voorleden nacht.
Weldra zat moeder naast mij neer,
Die troost en laafnis bracht.
Zij hield mijn gloeiend handje vast,
En bood mij koele drank,
En bad voor mij, bij leed en last;
Mijn hart werd minder krank.
Ik sliep, ontwaakte zonder pijn,
Met d’eerste morgengroet,
En dacht: ‘Geen beter medicijn,
Dan moederliefde en moed.’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.