
Toen er het eerste kindje kwam bij de familie Pinken
zei vader “wel ik noem hem ‘Bram’, want Bram vind ik mooi klinken”.
Bij ‘t tweede kindje zei mama “je moet een naam verzinnen“.
Vader dacht een tijdje na en ‘Bram’ schoot hem te binnen
En het derde kindje heette Bram en nog een stuk of zeven.
Ieder kindje dat er kwam werd Bram als naam gegeven
en Bram zo heette ook de poes met 7 Brampoes kleinen
en Bram de geit en Bram de does en nog 10 Bramkonijnen.
Eens is er iemand heengegaan die vroeg er Bram te spreken
Toen kwamen 30 Brammen aan het was een hele karavaan.
En ging om de bezoeker staan nou die heeft gekeken.