
De vogels hebben al een nest
En in de hoge bomen,
Daar ordent zich een heel orkest;
De mus, de merel en de rest
De lente is gekomen!
De morgen met de gouden mond,
Wat kan die lieflijk dromen!
Die roept het heel de wereld rond
Met alle klokken in verbond:
De lente is gekomen!
De bomen staan in groot toilet,
Die hebben ’t nieuws vernomen
En eensklaps – hoor die klarinet.
De grote wegen afgezet:
De lente is gekomen!
Ik ben zo och ik ben zo blij,
Mijn hart wordt o zo vrome,
Omdat het licht, omdat de Mei,
Omdat nu alles omdat Gij,
Maria, zijt gekomen!