Home / Versjes / Dieven

Dieven

Uit Kriskras, omstreeks 1960, auteur onbekend
Met dank aan Feico Nater voor het insturen van de tekst

In Bokkendorp zijn dieven,
die stelen wat ze blieven
uit alle tachtig huisjes die er staan.
Ze stelen alles, los of vast,
wat in hun dievenkraampje past,
en niemand ziet ze komen, niemand ziet ze gaan.

Toen zei de commissaris:
‘Ik vind dat dat te raar is!’
Hij schelde en ontbood de inspecteur.
”t Moet uit zijn en van heden af
krijgt elke dief een strenge straf.
Je zet maar een agent bij elke deur!’

Zo stonden dus die tachtig
agenten daar eendrachtig
te loeren op de dieven (door ’t raam).
Liepen er mensen door de straat,
dan riepen ze: ‘Halt! Werda? Staat!
Handen omhoog! Je naam?’

De mensen zeiden: ‘Jansen’
of ‘Pietersen’ of ‘Fransen’.
Toen zei de commissaris bars:
‘De dieven zijn vertrokken,
ze zijn zich dood geschrokken.
Alle agenten naar huis. Ingerukt, mars!’

Toen de agenten sliepen,
wie denk je dat daar liepen,
wie liepen door de koele, stille straat?
Jawel, het zijn de dieven,
ze stelen wat ze blieven,
het zijn de dieven met hun maat.