Home / Versjes / Dijk Oom Koos

Dijk Oom Koos

Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Israël waren de wateren als De stormwind boog de wilgen krom, en joeg de wateren op.
Te schudden stond de hechtsle muur, de hoogste torentop.
O wee, dat huisje aan de dijk! Bij elke nieuwe vlaag,
dreigt alles, balk en bint en dak, te storten naar omlaag.
Hoe angstig zat de vrouw, bij ’t wiegje neer van hout,
waarin een kind te sluimeren lag, voor hér meer waard dan goud.
Bezorgd voor beiden, vrouw en kind, staat daar haar echtgenoot,
hij luistert ook naar de orkaan, zijn angst is o zo groot.
Het poesje aan de haard slaapt door, het is een grijze kat.
Maar zie, de storm raast door schouw, en poes, ze rilt van ’t nat.
Ze schudt het af en springt heel vlug, in ’t wiegje van het kind.
Een plaatje zo een ieder weet, door poesen zeer bemind.
Ze vleit zich neer, doch nauwelijks is ze op ’t plekje daar,
of huilend rukt een nieuwe vlaag, het huisje uit elkaar.
Het water treedt de woning in met vreselijke kracht,
en man en vrouw ên kind tesaam, verdwijnen in de nacht.
De morgen komt, de ochtendzon beschijnt een grote plas
de waar gisteren nog menig dorp en schone landstreek was.
Die dorpen zonken in de vlood. Geen spoor wijst ze meer aan.
Veel duizenden zijn met hun goed, in ene nacht vergaan.
Niet één ontkwam aan ’t noodgetij, dat deze ellende schiep.
Niet één? Wat drijft daarginder dan op ’t schuimend Hollands Diep?
Een wieg en op die wieg een kat. Ze springt maar heen en weer.
Ze wil zich redden van het nat, dat opspringt keer op keer.
Al schommelend drijft hef wiegje voort, tot Dordrechts brede dijk.
Daar wordt het rustig neergezet. Nu zit het vast in ’t slijk.
De volkshoop daar tesaam vergaard, ze ziet dat vreemd geval.
Men trekt dus o zo spoedig daar het wiegje aan de wal.
Maar zie wat ligt er in die wieg? Het is een hulpeloos kind.
Het slaapt maar door, die lieveling, net of de nacht begint.
Het volk ontbloot eerbiedig ’t hoofd, terwijl een vrouw daar zei:
Gods Hand heeft ons dit kind gestuurd, ach geef het maar aan mij.
Ze pakt het op en neemt het mee. Wat was die vrouw toen rijk.

En na die dag noemt iedereen die dijk de kinderdijk!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten