
Drie jongens gingen samen
naar één drogistenzaak.
Zij wilden wat gaan kopen,
een ieder naar zijn smaak.
Daar kwam de baas naar voren
“Wat blieft U?”, vroeg hij Klaas,
“Ik wil een duppie droppies
graag van U hebben baas”.
De baas haalde de ladder,
de dropdoos stond zo hoog,
Dat was er goed voor,
stonden ze goed droog.
Met moeite en gescharrel
had hij eindelijk de doos,
Hielp Klaas, zette de ladder
weer op z’n plaats, “en Koos?”,
“Een duppie drop, meneer.”
“Kon je dat niet eerder zeggen,
Nu moet ik nog een keer
de ladder gaan verzetten.”
En nogmaals op de ladder
stond hij met het doosje klaar,
Riep hij een beetje kwaad tot Jan:
“Moet jij soms ook een duppie drop
zeg het meteen dan maar”.
“Welnee meneer,” was het antwoord.
De baas was alweer klaar
“Hier heb je ze al, zie daar.”
En nu tot Jan zich wendend:
“En U dan jongeheer?”
En ijskoud zei ons Jantje,
“Een ‘stuiver’ drop, meneer!”