
‘Mag ik er éven door, soldaat,
Nu het hek toch open staat?’
‘Neen juffrouw, geen denken aan,
Hier komt niemand in, verstaan!’ –
‘Toe, meneer de luitenant,
‘k Geef mijn broer als onderpand,
‘k Ben in één minuut weerom…’
‘Neen juffrouw, ‘k ben ook niet dom!’ –
‘Ach, Kaptein – toe, even maar,
Heusch, ‘k ben in een wipje klaar,
Bij de naaister moet ik zijn,
Wees zoo streng toch niet, kapitein!’
‘Neen juffrouw, u moogt niet door,’ –
‘Och, wat bent u streng, majoor,
Meent u dat nu werk’lijk wel,
zeg eens eerlijk, kolonel?’
‘Nu juffrouw, als ’t niet lang duurt…
’t is gelukkig in de buurt…’
‘Ja, mijnheer de generaal,
Dank u duizend- duizendmaal!’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.