
In de wei, in de wei
ligt een mooi gespikkeld ei.
Hé, zeggen de mezen
van wie zou dat nou wezen?
Nou, zeggen de meeuwen
’t is vast van de spreeuwen.
Tsjip, zegt een musje
is het van mij zusje?
Of is het van de hazen
straks voor het feest van Pasen?
Nee, zegt de kievit blij
dat mooie eitje is van mij!