Home / Versjes / In vaders grote zetel

In vaders grote zetel

(uit:Leven, Lieven, Zingen. G. TH. Antheunis)
Met dank aan Liesbeth de Nijs voor het insturen van de tekst

De knaap is nauwlijks drie jaar oud,
Maar struis en rap; hij klimt reeds stout
In vaders grote zetel.

Neemt plaats zo diep als hij maar kan,
En spreidt zijn armen open dan
In vaders grote zetel.

En heft het hoofd en blikt zo fier,
En roept en zingt: ‘Nu zit ik hier
In vaders grote zetel.’

Het zusterken, dat pas kan gaan,
Komt wagg’lend vol bewond’ring staan
Voor vaders grote zetel.

‘Ik ook!’ zegt zij, ‘ik ook daarop,
Ik ook met zoete Mieke-pop,
In vaders grote zetel.’

‘Wacht!’ zegt hij, ‘zusje, ik kom terstond.’
En wip! hij glijdt weer op de grond
Uit vaders grote zetel.

‘Wat is mijn zusje toch nog kleen!’
Zo denkt hij, ‘zij kan niet alleen
In vaders grote zetel.’

Zij kruist haar armkens rond zijn hals,
Hij heft – en kust haar dan eens mals, –
In vaders grote zetel.

En klimt er aanstonds weder bij
En vlijt zich juichend aan haar zij
In vaders grote zetel.

En Mieke-pop wordt zachtjes dan
Geplaatst daar tussen vrouw en man,
In vaders grote zetel.

En ’t duurt niet lang, of arm in arm
Slaapt ’t kleine drietal, blozend warm,
In vaders grote zetel.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten