Home / Versjes / Kiki Kor op weg naar Luilekkerland

Kiki Kor op weg naar Luilekkerland

(Vera Witte, De Kleine Troubadour 1964)
Met dank aan Liesbeth de Nijs voor het insturen van de tekst

Het kleine muisje Kikie Kor,
Met haar leuke grijze snor,
Is stilletjes door ’t hol gekropen,
En ze zet het op een lopen,
Om de wereld in te gaan
Waar wel duizend kazen staan.
Waar de boter ligt te blinken,
En je vette room kunt drinken.
Met haar vriendje Knabbeltand,
Wil zij naar Luilekkerland.

Kijk daar komt dat flinke muisje,
In zijn grijs fluwelen buisje,
Opgetogen aangesneld,
Als een echte spring in ’t veld.
“Dag” zegt Knabbeltandje fleurig.
“Kind, wat staan je snorren keurig.
O, je ziet er schattig uit,
Met je kleine spitse snuit!”
“Kom”, lacht Kikie “geen getreuzel!
Ruik jij ook die varkensreuzel?’

Snorrebaardje, opgepast:
‘Wij gaan naar de keukenkast!”
Wip – daar zitten ze te eten,
Tot ze van geen tijd meer weten.
Maar opeens zegt Kikie zacht:
“ ‘k Hoor geritsel. Da ’s verdacht!”
O, wat moeten zij beginnen!
Kikie’s ouders komen binnen.
‘Piep” zegt vader, wit van nijd.
“ Jij krijgt straf hoor, stoute meid”.

‘Vadertje”zegt moeder bevend.
“Onze Kikie is nog levend.
Laten we toch dankbaar zijn!”
“Hm” piept vader, “ nou affijn.
‘k zal mijn tijd eerst goed gebruiken.
Moet je toch dat vet eens ruiken!
Ik ben hongerig en moe.
Geen gezeur hoor. Tast maar toe”.
O, dan gaan ze heerlijk eten.
En de straf? Die wordt vergeten!

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten