Home / Versjes / Onze Bello

Onze Bello

Jaartal: 1910
Met dank aan Johan Raaijmakers en Guusje Sanders voor het insturen van de tekst

Wij hebben thuis een hondje
Een alleraardigst dier
Wij spelen altijd samen
en hebben veel plezier

Als ik een boodschap doen moet
kijkt Bello mij al aan
precies of hij wil zeggen
zal ik ook maar mede gaan

Dan draaft hij als een paardje
een heel eind voor mij uit
Dan komt hij gauw weer bij mij
en blaft en keft dan luid

Maar Bel is niet te spreken
als ik naar school toe ga
Dan laat hij ’t kopje hangen
en kijkt mij treurig na

Want – weet je – mee naar schoolgaan,
dat mag een hondje niet.
Wel jammer hé, want daardoor
heeft Bello vaak verdriet.

Maar luister, wat gebeurd is:
Eens, toen ‘k naar school toeging,
is Bello meegeloopen.
Dat was me toch een ding!

Toen ik, op school gekomen,
snel op mijn plaatsje zat,
kwam het hondje naast me zitten.
O, wat een pret gaf dat!

De kinderen aan het lachten!
Maar Bello keek heel dom.
’t Was net of hij wou vragen:
“Waar lach jelui zoo om?”

‘k Was met de zaak verlegen
en of ‘k al riep: “Weg hond!“
Hij bleef behoorlijk zitten
en keek nieuwsgierig rond.

Daar kwam de juffrouw binnen.
Die wist gelukkig raad.
Ze keek wel wat verwonderd,
maar was toch heel niet kwaad.

Ze lachte en zei: “Zeg Bello,
je komt hier slecht van pas.
Een leerling met vier pootjes,
die hoort niet in de klas”.

“Je bent een aardig diertje.
Je lijkt me lang niet kwaad.
Maar ‘k vind het beter voor je
dat jij naar huis toe gaat”.

’t Leek dat onze Bello
De juffrouw goed verstond
Wip sprong hij van de bank af
En weg was de stoute hond

hond bank

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten