
Op een aardig hekje
bij een groene wei
zaten eens vijf musjes
netjes op een rij.
’t Was hun babbeluurtje:
in het avondrood
zaten ze gezellig
bij de kant der sloot.
Weet je wat ze zeggen?
Ik versta het niet
’t Is hun vogeltaaltje,
’t is hun vogellied.
Laat ze stil zo babb’len
en verjaag ze niet!
Kind, doe nooit en nimmer
vogeltjes verdriet.