
Liggen geen appeltjes meer op de grond?
Heb je ze al in je mandje?
Dan gaan we weer op een drafje naar huis.
Niet laten vallen hoor, Jantje!
Morgen maakt moedertje appelgelei.
Ik mag haar helpen met vullen.
Eén potje wordt er voor jou en voor mij,
Jantje, wat zullen wij smullen!
Versje van Rie Kramer (1887 – 1977).