
Er dreef, in een vervuilde sloot,
een kikker met een houten poot
van balsahout (helaas een stijve)
en daardoor bleef die kikker drijven.
De vorst viel in. Hij was verloren
en is ter plekke doodgevroren . . .
Nu drijft er, in die vuile sloot
nog slechts zijn balsahouten poot.
Die zal nog heel lang blijven drijven
want niemand wil hem: ’t is een stijve.