
Phoe zegt het boeren veulentje,
phoe zegt het eigenwijs,
kan ik niet wat de boer ook kan,
gaan schaatsen op het ijs?
Liggen er niet oorwarmertjes in de kast?
Een ijsmuts en een das
en ook een trui van schapenwol te wachten in de kast?
Hup beentje over de bocht,
hop daar stond haar naam in het ijs
en daarna dronk ze bij ome Jan, nog een bekertje anijs