Pieter en zijn neefje Klaas liepen laatst door het veld te dwalen,
Klaas was blufferig deed zijn neef, wonderbaarlijke verhalen,
Van een reisje onlangs gedaan,
Pieter liet hem stil begaan.
Maar ineens riep deze uit: Zie je daar dat veld met kolen?
Wat een bommers! welverbaasd, Die vooral daar bij die molen!
’t Is wat, lachte Klaas, waar jij zo versteld van staat, zag ‘k met vader
laatst op reis. ik weet niet in hoeverre streken, in een tuin een reuzekool!
Wel zo groot als gindse school
’t Is best mogelijk, zei nu Piet, er zijn wonderlijke zaken,
Zo zag ik in Amsterdam eens een ijzeren ketel maken, wel zo groot als gindse kerk!
Dat wat pas een reuzewerk!
Ach wat, riep Klaas verwonderd uit, dat is kwalijk te geloven.
Waarom was die ketel dan om jouw reuzekool te stoven!
Heb je daar nooit van gehoord?
Klaas kleurde, maar sprak geen woord.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.