Het regent, het regent,
het regent al zo lang.
Maar ik ben voor de regen
toch helemaal niet bang.
Het klettert, het klettert,
het klettert tegen ’t glas.
Maar ik heb droge voeten en
een lange zeilen jas.
Het spettert, het spettert,
het spettert op de straat.
Maar met mijn hoge laarzen aan,
lijk ik wel een soldaat.
Het suizelt, het suizelt,
het suizelt op het dak.
Maar ik heb warme handen,
ik steek ze in mijn zak.
“Kom binnen, kom binnen!
Kom binnen!” roept mijn moes.
“Je hebt niet eens een muts op, Saar!
Je krullen zitten vrees’lijk raar.
Je lijkt precies, het is heus waar,
op een klètsnatte poes!”
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.