
Het winter, het wintert
en koud is t overal
Behalve t lieve plekje,
dat ik u noemen zal.
Het sneeuwt maar, het sneeuwt maar
Wit is het waar men ziet,
behalve zeker plekje,
want zie, daar sneeuwt het niet.
Dat plekje, dat plekje,
ik wed dat ieder kind
het in zijn eigen huisje
en nooit daar buiten vindt.
Uit: Voor t jonge volkje, jaargangen 1880-1900