
[Refrein:]
Wij reizen in een broekje, van hier naar Afrika
van China, Japan, Rusland en naar Amerika.
Wij reizen in een broekje, ’t is werkelijk interessant,
zo trekken wij dan samen, door dorp en stad en land.
Veel mensen zijn er die, een wereldreis gaan maken,
de ene voor plezier, de ander weer voor zaken.
Maar hoe men dan ook reist, per trein of vliegmachien,
zoals wij vieren reizen, heeft niemand ooit gezien.
[Refrein]
In Parijs en ook in Londen, vond men ’t een reuze mop,
een politieagent die zette, de hele boel daar stop,
zodat men toen kon kijken naar onze kwartenbroek,
totdat wij waren verdwenen, alom die gindse hoek.
[Refrein]
In Japan en ook in China, daar hadden we ’t reuze fijn,
we trokken daar in optocht, naar het paleis van de Mandarijn.
En gaf ons alle cadeautje, een heuse kwartetten po.
[Refrein]
Toen kwamen we in Rusland, met Bolsjewiek bewind.
Daar waaide door ons broekje, een koude noordenwind.
We trokken vlug weer verder, dat land was ons te dol,
we hadden daar in Rusland, heel gauw ons broekje vol.
[Refrein]
Dit liedje wordt gezongen terwijl de vier zangers achter elkaar in een hele grote broek staan.