Wat zijn er toch veel handen

Christine Scheffers - 16-03-2014



Het begin van het gedicht:

wat zijn er toch veel handen op heel deez wijde aard, en wat zijn al die handen toch voor ons allen waard

Dit gedicht zoek ik al 52 jaar kan iemand mij helpen?









4 reacties

  1. Christine Scheffers

    Graag wil ik u bedanken. Dit is het vers waarna ik op zoek was.
    Heb dit 55 jaar geleden moeten opzeggen maar was niet alles in mijn geheugen blijven hangen. Wist de helft nog maar. BEDANKT

  2. Dag Christina Scheffers,
    Ik zie dat het ondertussen al even geleden is dat u deze vraag gepost heeft. Misschien heeft u het gedicht ondertussen ook al gevonden. Hier de rest van het gedicht:

    De mooiste handen

    Wat zijn er toch veel handen
    Op heel deez’ wijde aard.
    En wat zijn al die handen
    Toch voor ons allen waard?

    Daar heb je moeders handen
    zo zorgzaam altijd weer.
    En vaders goede handen,
    vereeld soms, ruw maar teer.

    En kindjes leuke handjes,
    wat zijn die mollig klein.
    En van die slaande handen
    moeten van bengels zijn.

    De handen van een oudje
    die zo vol rimpels zijn.
    De handen van de dokter
    die stilt zo vele pijn.

    De lange smalle handen
    zijn van de violist.
    De zanger of de dichter,
    of van de componist.

    De handen van de zieke
    vermoeid soms saamgevouwd.
    De handen van de kunstenaar
    die aan zijn schepping bouwt.

    De hand van ’t jonge meisje,
    zo lief, zo mooi, zo fijn.
    De hand van de verpleegster
    kan soms zo nodig zijn.

    En dan die werkmanshanden,
    zo eerlijk’ goed en trouw.
    En dan ons beider handen:
    van u, van mij, van jou.

    Maar ik ken nog twee handen,
    de mooiste hier op aard,
    die zijn er in dit leven
    onoemelijk veel waard.

    Dat zijn de priesterhanden,
    de troosters in de nood,
    dat zijn voor ons de dragers
    van ’t reine Hemelbrood.

    Wat gaan die priesterhanden
    vaak zegenend toch rond,
    of leggen ’t Brood der Engelen
    in onze mensenmond.

    En in de stille biechtstoel
    ,,Absolvo”; ik ontbind.
    Een priesterhand u zegent,
    ge zijt weer Jezus’ vrind.

    Bij dood of bij geboorte,
    de priesterhand is klaar,
    communie, huwelijk, klooster,
    de priesterhand is daar.

    En als na vele jaren
    God legt twee handen stil,
    dan vragen nieuwe handen:
    Neem Lieve Heer, ik wil!

    O, reine priesterhanden,
    ik bid voor u om kracht,
    ik bid voor u om sterkte,
    in de vervolgingsnacht.

    O, priesterhand, niet vrezen!
    Het is u toch bekend,
    dat Jezus eenmaal zeide:
    ,,’k ben met U tot het end”.
    Moeder Everma

    Het is inderdaad een prachtig gedicht!
    Ik hoop dat ik u hiermee geholpen heb.
    Vriendelijke groeten,

  3. Christine Scheffers

    Dankjewel voor de reactie, maar dit is niet het gedicht dat ik zoek. Het begint echt zoals ik hierboven schreef, ik heb het voor gelezen in 1960 en ben het kwijt geraakt.
    groetjes

  4. Ik ken wel het gedicht:

    Ik zie op m`n oude handen
    hun taak is bijna gedaan.
    Brachten ze eer of schande
    of brachten ze zegen aan
    enz enz.