Foto: 1890-1900. Nederlandse schaatser Jaap Eden. Ingekleurde zwart/wit foto uit het Blue Band Sportboek.
Jacobus Johannes Eden werd op 19 oktober 1873 geboren in de stad Groningen. Zijn vader gaf daar gymnastiekles op een HBS. Zijn moeder stierf aan de geboorte van Jaap en hij bleef daardoor enigst kind. Omdat zijn vader niet voor hem kon zorgen werd hij opgevoed door zijn grootmoeder die in Santpoort (NH) woonde en daar eigenares was van Hotel Velserend. Daar doorliep hij ook de lagere school en verdere studies volgde hij niet. Hij ging werken op een bloembollenkwekerij.
Al op jonge leeftijd bleek dat hij goed kon schaatsen en wielrennen. Op zijn vijftiende jaar won hij een officiële schaatswedstrijd. Toevallig was bij die wedstrijd een van de beste de schaatsers ter wereld van die tijd, de uit Haarlem afkomstige Klaas Pander, aanwezig. En deze bood aan om zijn trainer te worden. En dat gebeurde ook.
In januari 1891 deed hij voor het eerst mee aan internationale wedstrijden. Die werden gehouden op de baan van de Amsterdamse IJsclub, die lag op de plaats in Amsterdam waar nu het Museumplein is. Hij werd vierde op de mijl en derde op de halve mijl.
In januari 1893, hij was toen nog maar 19 jaar, werd Jaap Eden voor het eerst wereldkampioen schaatsen. De wedstrijden werden op 13 en 14 januari georganiseerd door de Amsterdamse IJsclub volgens het reglement van wat toen de “Internationale Eislauf Vereinigung” heette en waardoor het evenement ook de officiële status van wereldkampioenschap kreeg. Een echt wereldkampioenschap was het eigenlijk niet want, naast Nederlandse, waren er alleen Noorse, Zweedse en Duitse deelnemers. De aankondiging sprak trouwens van “Internationale Hardrijderijen voor Amateurs om het Meesterschap der Wereld” en de winnaar zou zich “Amateur World Champion” mogen noemen. Jaap Eden won de 500, 1.500 en 5.000 meter. Bij de 10.000 meter viel hij en stapte hij van de baan. Dat was echter niet meer van belang want door het winnen van drie afstanden (zo waren toen de reglementen) had hij automatisch de titel behaald. Het Nederlandse publiek was dolenthousiast en juichte hem luidkeels toe. Na een feestelijk diner keerde Eden in de late avond per trein naar Haarlem terug, waar hem opnieuw een enthousiaste menigte opwachtte. Er werd vuurwerk afgestoken en in de restauratie van het station vonden de eerste begroetingen plaats. Daarna verzamelde de sportwereld zich op de Grote Markt, waar het feest in café Brinkmann werd voortgezet. Er waren vele toespraken en de feestelijkheden werden bekroond door het gelukstelegram van de jeugdige koningin Wilhelmina, waarna eensgezind het volkslied werd gezongen. Het was hoogstwaarschijnlijk de eerste keer in de geschiedenis van ons land dat een sportman zo bejubeld werd.
Jaap vond het voor zijn conditie een goede combinatie om naast het schaatsen ook te gaan wielrennen. En ook daar blonk hij in uit. Op 2 juli 1893 werd hij in Arnhem Nederlands kampioen op de weg.
In 1894 won hij in Stockholm bij het schaatsen de 10 kilometer in een nieuwe wereldrecordtijd van 19 minuten, 12 seconden en 4-tiende. En in het Noorse Hamar vestigde hij een nieuw wereldrecord op de 5.000 meter in een tijd van 8 minuten, 37 seconden en 6-tiende. Dat laatste was een verbetering van het bestaande record van een halve minuut. Dit record was daardoor omstreden omdat men meende dat de tijdwaarnemer zich vergist had of dat Jaap Eden een ronde te weinig had gereden. Het record hield bijna 20 jaar stand. In hetzelfde jaar werden de wereldkampioenschappen wielrennen op de baan in Antwerpen gereden. Op de 10 kilometer greep Jaap Eden de titel.
Het jaar 1895 werd voor hem een topjaar. Hij werd zowel wereldkampioen bij het schaatsen als bij het wielrennen op de weg. In Hamar werd hij bij het schaatsen tweede op de 500 meter en won hij de overige drie afstanden. Hij verbeterde er twee wereldrecords, op de 1.500 en op de 10.000 meter.
In augustus van dat jaar werd Jaap Eden “Continentaal Kampioen” wielrennen in Utrecht op de 10.000 meter en later in het jaar behaalde hij de wereldtitel wielrennen op de mijl in Keulen. In hetzelfde jaar won hij ook nog de 10.000 meter op de nieuwe houten wielerbaan op de wereldtentoonstelling in Amsterdam.
In 1896 behaalde hij zijn derde wereldtitel bij het schaatsen in Sint Petersburg. Hij won alle vier de afstanden. Dat was tevens zijn laatste schaatstitel. Hij had namelijk al een contract getekend om wielerprof te worden. Naast het startgeld dat hij zou ontvangen, kreeg hij een vast bedrag van 5.000 gulden per jaar. En dat was veel geld voor die tijd waarin men als arbeider ongeveer 10 gulden per week verdiende.
Zijn grote populariteit had Jaap Eden vooral te danken aan het feit dat hij in twee verschillende sporten uitzonderlijk presteerde. Hij was met zijn postuur van 1,74 meter lang en met een gewicht van rond de 70 kilo niet bijzonder gebouwd, maar hij beschikte over een ongekende explosieve kracht.
Hij leefde echter niet erg gezond en bij wedstrijden verscheen hij soms met een dikke sigaar in zijn mond. Verder hield hij van vrouwen en drank. Vooral toen hij voor het wielrennen in Parijs ging wonen nam hij het er goed van. Hij kon zich veel permitteren want hij verdiende veel geld. Er wordt gesproken van inkomens die wel 40.000 gulden per jaar bedroegen. Op den duur ging zijn conditie er door zijn levensstijl flink op achteruit en hij won dan ook geen wedstrijden meer.
Op 29 oktober 1914 trouwde hij met Louise Elisabeth Prinsen en vestigde hij zich in Haarlem. Uit dit huwelijk werd één zoon geboren.
In 1915 stopte hij met sporten. En hij had er daarna ook geen belangstelling meer voor. Nooit verscheen hij meer bij schaats- of wielerwedstrijden. Alle prijzen die hij gewonnen had verkocht hij of hij gaf ze gewoon weg.
Na zijn sportcarrière probeerde nog om een maatschappelijke carrière op te bouwen. Zo begon hij, samen met een paar vrienden, een fietsenzaakje in Rotterdam. Maar dat werd geen succes. Hij was ook nog een tijdje hulp in een garage en chauffeur op een bestelauto. Maar ook dat bevredigde hem niet.
Op 2 februari 1925 stierf hij op 51-jarige leeftijd in Haarlem aan de gevolgen van een nierziekte. De sportwereld was hem bijna vergeten. Er werd echter nog wel geld ingezameld om een monument op zijn graf te bekostigen. Op het monument op de Algemene Begraafplaats in Haarlem staan zijn prestaties vermeld die hij behaalde met het schaatsen en het wielrennen.
Toen de eerste kunstijsbaan van Nederland in Amsterdam werd geopend werd deze Jaap Eden baan genoemd. De baan werd geopend in aanwezigheid van zijn zoon en kleinzoon. De opening in 1961 moest door regen en hoge temperaturen tweemaal worden verschoven. En toen het publiek op 9 december de baan op mocht, bleek de bouwer nog twee weken nodig te hebben voordat de baan op 22 december officieel kon worden geopend. Het was zo koud en stormachtig dat zelfs het vijftien jaar oude Amsterdamse record op de 500 meter, 48,0 seconden, niet werd verbeterd. Het waren de zegeningen van een open baan.
Vanaf 1951 wordt ook een sporttrofee met de naam Jaap Eden aan topsporters uitgereikt. Van 1951 tot en met 1958 was dat voor de mannelijke of vrouwelijke sporter van het jaar. Vanaf 1959 werden er twee prijzen uitgereikt, namelijk voor de sportman en sportvrouw van het jaar. Vanaf 1968 kwam daar de sportploeg van het jaar bij en vanaf 2002 de prijs voor de gehandicapte sporter van het jaar. De prijs is een kunstwerkje van Jits Bakker. Per categorie zijn er altijd drie genomineerden die in november door sportjournalisten zijn geselecteerd. Tijdens het door NOC*NSF, in samenwerking met de NOS georganiseerde, Sportgala mogen de topsporters zelf de keuze maken. Omdat de winnaar dus door collega topsporters wordt aangewezen is deze prijs zeer prestigieus voor topsporters.
De naam van Jaap Eden die dus drie maal wereldkampioen schaatsen en tweemaal wereldkampioen wielrennen werd leeft dus voort in een schaatsbaan en een prijs die naar hem genoemd is.