Afbeelding: Steltlopen in de sneeuw op 11 januari 1956 in Zandvoort.
Een stelt is een lange lat met daaraan een driehoek geschroefd. Daar moesten je voeten op staan. De latten klemde je onder je armen en dan moest je zo proberen te lopen. Er waren ook stelten met “twee verdiepingen”. Dan kon je wat hoger van de grond komen, maar dat was moeilijker omdat de steltlatten dan niet altijd meer onder je arme geklemd kon worden en ze dus met alleen je handen in evenwicht gehouden moesten worden. Er werden onderling hardloopwedstrijden mee gehouden. Als je goed was kon je op één been hinkelen of met de stelten een trap op en af lopen. Als je supergoed was kon je de trap op en af hinkelen op één stelt.
Om op te stappen was het makkelijk om de stelten met de bovenkant tegen een muur aan te zetten. Dan ging je tussen de stelten op de grond staan, stak je je armen om de stelten heen en zette je een voor een je voeten op de stelten (met de stelten nog tegen de muur). Dan zette je je voorzichtig af zodat de stelten los van de muur kwamen. Je vond je evenwicht en kon gaan lopen.
Het steltlopen is al heel oud, heel vroeger werd het al gedaan om door ondergelopen land te lopen of bijvoorbeeld door schilders en stukadoors om op hoogte te kunnen werken. Nog steeds zijn er tegenwoordig werkstelten te koop, waarmee klussen op een geringe hoogte gedaan kunnen worden.
Tegenwoordig zie steltlopers bijvoorbeeld op evenementen, in het circus of op festivals. Ze voeren dan vaak indrukwekkende acrobatische stunts uit.
Bliklopen of kloslopen
Een makkelijkere versie van steltlopen was bliklopen. Dit was eenvoudig zelf te maken door twee gaatjes aan de zijkant van een conservenblik te maken en daar een touw doorheen te halen. Je deed dit bij twee blikken van dezelfde grootte en maakte de touwen even lang. Je ging met elke voet op een blik staan en hield het touw in hand en dan kon je erop lopen. Het werd ook wel kloslopen genoemd.
Wanneer het steltlopen of bliklopen heel goed ging, kon je er ook spelletjes met meer uitdaging mee doen. Je maakte dan een hindernisbaan waarbij je ging slalommen of legde bijvoorbeeld hoepels neer waar je in moest stappen. Het spel is erg goed voor het ontwikkelen van balans, coördinatie en het versterken van de been- en buikspieren.