De jaren vijftig van de twintigste eeuw waren de afgelopen decennia weinig populair. Deze periode werd gezien als een saaie tijd van hard werken en weinig veranderingen. De maatschappij was strak georganiseerd en het gezag van de overheid en het eigen kerkgenootschap was nog onaantastbaar.
Veel gezinnen leefden in bittere armoede, de oorlogsjaren nog vers in het geheugen en de portemonnee nog even leeg. Een tijd van burgerlijkheid en een benepen moraal aan de ene kant, maar ook een tijd van knusheid en saamhorigheid aan de andere kant. De moraal was streng, en de jeugd van de weeromstuit opstandig, toch moesten ze zich conformeren aan die tijd anders lagen ze eruit ! Huiselijke gezelligheid stond hoog in het vaandel. Het gezin was in die tijd ook werkelijk de hoeksteen van de samenleving. De kinderen werden opgevoed onder het motto: rust, reinheid en regelmaat.
Tussen 1945 en 1950 werd er massaal getrouwd in Nederland. En de pasgetrouwde stelletjes wilden ook graag kinderen. Het gevolg was een enorme geboortegolf: de babyboom (tussen 1946 en 1954 werden twee miljoen kinderen geboren). In de jaren vijftig bloeide het instituut verloving volop, het was in die tijd dat er niet veel geld was dé gelegenheid om dankbaar de cadeaus in ontvangst te nemen voor de uitzet.
Het leven was begrijpelijk en duidelijk maar ook benauwend. Een tijd waarin de handen uit de mouwen werden gestoken om een betere toekomst op te bouwen. De meeste mensen hadden de oorlog meegemaakt en kenden de ellende van de depressie uit de jaren dertig. Men wilde nu vaste grond onder de voeten krijgen en zekerheid hebben. Het was een tijd van orde, regelmaat en discipline. Willem Drees was een bepalend gezicht voor de Nederlandse politiek in de jaren vijftig.