Componisten



 

Franz Joseph Haydn

(door Ilse Steel)

 

(klik op de plaatjes om ze te vergroten en op de blauwe titel van de muziek om die te horen en zien)

(TIP: mocht uw internetverbinding niet snel genoeg zijn, klik dan links onder op II)

(er ontstaat dan een driehoekje met de punt naar rechts)

(laat u het filmpje downloaden en klik dan op het driehoekje)

 

Haydn

Portret van

Ludwig Guttenbrunn

1770

Franz Joseph Haydn werd geboren in 1732 in het plaatsje Rohrau, in het oosten van Oostenrijk. Ofschoon het geboorteregister als datum 1 april vermeldt, zegt Haydn zelf dat hij geboren werd in de nacht van 31 maart. In een korte biografie uit 1778 staat dat Haydn gezegd zou hebben: “Mijn broer Michael houdt liever vol dat ik op 31 maart geboren ben, want hij wil niet dat men mijn geboorte als een één-aprilgrap beschouwt.”

De vader van Joseph, Matthias Haydn, was meesterwagenmaker. Hij trouwde in 1728 met Maria Koller en vestigde zich in Rohrau. Ze kregen twaalf kinderen waarvan er zes jong stierven. Matthias trok na zijn leertijd als wagen-makersgezel door Duitsland en Oostenrijk en bracht een harp mee naar huis, en leerde zichzelf daar op spelen, ofschoon hij geen noten kon lezen. Beide ouders zongen goed, en Matthias begeleidde met de harp de Oostenrijkse volksliedjes die in de avonduren in huize Haydn gezongen werden. Meer muzikale achtergrond had zijn vader de jonge Joseph niet te bieden, schijnt het.

Joseph toonde al vroeg een opmerkelijk muzikaal talent. Hij had een mooie zangstem en wilde erg graag viool leren spelen. De mogelijkheden om zich muzikaal te ontplooien waren in het kleine plaatsje Rohrau zeer beperkt voor een jongen met zulke grote muzikale gaven. Een bezoek van een neef van vader Matthias, Johann Matthias Franck, zorgde voor een grote verandering in het leven van de kleine Joseph. Franck was hoofdonderwijzer en koordirigent in Hainburg en getrouwd met een halfzus van Haydns vader.

Rohrau

Op zesjarige leeftijd vertrok Joseph met Johann Matthias Franck naar Hainburg waar hij een betere muzikale opleiding kon krijgen dan in Rohrau. Het leven in Hainsburg was een en al activiteit en in het begin had hij soms heimwee, maar al spoedig werd hij totaal in beslag genomen door de dagelijkse routine, die zeker aan zo’n jong kind  hoge eisen stelde. Hij zou alleen nog voor korte bezoeken naar het ouderlijk huis terugkeren.

In 1740 bracht Karl Georg Reutter een bezoek aan Hainburg. Hij was op zoek naar nieuwe koorzangers. Toen hij Joseph hoorde zingen, was hij zo onder de indruk dat hij hem als koorknaap in dienst nam.

Hainburg

Reutter

Zo begon Haydn zijn muzikale loopbaan als sopraan bij de Wiener Sangerknaben. De gebruikelijke schoolvakken verdwenen naar de achtergrond. Ook later heeft Haydn het tekort aan ontwikkeling nooit kunnen inhalen en heeft hij zijn leven lang een grote verering gehouden voor ieder die meer eruditie had dan hijzelf. Zijn muzikale ontwikkeling daarentegen ging met sprongen vooruit, en dat had Haydn louter aan zichzelf te danken. Als zijn kameraden gingen spelen, nam hij zijn klavier onder zijn arm en ging naar de zolder om zonder gestoord te worden te kunnen oefenen.

Reutter bleek geen makkelijke man. Hij vond zijn eigen carrière belangrijker dan de opleiding en het welzijn van de koorknapen. Het kerkbestuur betaalde Reutter 700 gulden per jaar voor huisvesting en opleiding van een koorknaap. Dit bedrag was waarschijnlijk niet toereikend en Reutter verwaarloosde zijn pupillen, die slecht werden gevoed. Daardoor keken de jongens reikhalzend uit naar iedere gelegenheid dat het koor buiten de kerk moest zingen. Dan werden ze op lekker eten getrakteerd.

Ondanks het karige bestaan genoot Haydn volop van zijn verblijf in Wenen dat rond die tijd op zijn mooist was. Rond zijn vijftiende verjaardag werd Haydns stem, zoals te verwachten was, minder mooi. Hij deed zijn best om dit te verbergen maar, toen keizerin Maria Theresia begon te klagen dat hij zo lelijk zong, was het duidelijk dat hij niet lang meer bij het koor zou blijven.

In november 1749 knipte Haydn voor de grap de pruikstaart van een van de koorknapen af en toen gaf hij Reutter de kans om hem te ontslaan. Op een koude novembermorgen in 1749, zeventien jaar oud, stond Haydn op straat zonder geld of onderkomen en niet in staat om in zijn eigen onderhoud te voorzien. Door een gelukkig toeval kwam hij een jonge muziekleraar tegen die hij vaag kende. Johann Michael Spangler woonde met vrouw en kind op een kleine zolder en bood hem onderdak aan. Haydn studeerde goed en begon ook in opdracht te componeren.

Een collega van Mathias Haydn, Anton Buchholz, leende de jonge arme componist renteloos een bedrag van 150 gulden, zonder een datum van terugbetaling te stellen, en daarmee kon Haydn in 1752 een zolderkamer huren in het Michaelershaus aan de Kohlmarkt in Wenen. Hier woonde ook de beroemde Italiaanse dichter en libretto-schrijver Pietro Metastasio. Deze bezorgde hem een veelbelovende pianoleerling, Maria Martinez, die Haydn drie jaar lang les gaf tegen kost en inwoning.

Metastasio

In datzelfde jaar componeerde Haydn muziek voor een opera buffa getiteld (komische opera) “Der krumme Teufel”. Het succes van dit stuk, waarvan de première waarschijnlijk plaatsvond op 29 mei 1753, duurde niet lang, want een Weense edelman dacht dat de hoofdpersoon een karikatuur van hem voorstelde en daarop werd de voorstelling verboden.

Joseph Haydn leerde heel veel door klavecimbelsonates te bestuderen van Carl Philipp Emanuel Bach. In 1754 leerde Haydn de Italiaanse zangleraar Niccolo Porpora kennen van wie hij veel opstak over zangkunst en compositie. Hij fungeerde bij de oude man als muzikale leerling-knecht en legde een paar bezoeken met hem af, waarvan één bezoek hen voerde naar Mannersdorf waar Haydn Willibald Gluck ontmoette.

Porpora

Porpora leverde waardevolle kritiek op Haydns composities en hielp hem bij het verbeteren van diens Italiaans. Eveneens in 1754 ontving Haydn het bericht dat zijn moeder op zevenenveertig-jarige leeftijd was overleden. Zijn vader, die toen vijfenvijftig was, trouwde kort daarop met zijn dienstmeisje, Anna Maria Seeder, die toen negentien jaar oud was. Zo kreeg Haydn een stiefmoeder die drie jaar jonger was dan hijzelf. Haydns vader overleed in 1763.

Maria

Martinez

Langzamerhand begon Haydn naam te maken in de Weense muzikale kringen en door toedoen van een van zijn adellijke leerlingen, Maria Martinez, kreeg hij toegang tot de hoogste kringen van de muziek liefhebbers.

Op een van die kamermuziekavonden maakte hij kennis met Karl Joseph von Fürnberg die hem als violist in dienst nam. Voor de kamermuziekavonden componeerde Haydn wellicht zijn eerste strijkkwartetten, waarvan de uitvoering ervan hem in brede kring bekend maakte, en hij werd een veel gevraagd instrumentalist en leraar.

Hoewel hij van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat moest werken, kon hij voor het eerst zeggen dat hij behoorlijk kon leven.  

In 1758 trad Haydn in dienst bij graaf Ferdinand Maximilian von Morzin. Voor Joseph was dit zijn eerste vaste betrekking, het jaarsalaris bedroeg tweehonderd gulden, niet riant, maar voldoende om de componist enige bestaanszekerheid te geven. Voor het orkest dat nu onder zijn leiding stond schreef Haydn zijn eerste orkestwerken. Op een avond, in Morzins zomerresidentie in Lukavec, werd Haydns eerste symfonie uitgevoerd onder de leiding van de componist zelf, die zoals in die tijd gebruikelijk was, van achter het klavecimbel dirigeerde. Het stuk oogstte veel succes onder de aristocratische toehoorders. Toen Morzin zijn orkest  in ca 1760/61 wegens financiële moeilijkheden moest opheffen bood Prins Paul Anton Esterházy hem de positie aan van assistent-dirigent van zijn orkest in Eisenstadt tegen een jaarsalaris van vierhonderd gulden.

Esterházy

Nicolaus I

In het jaar 1761, op achtentwintigjarige jarige leeftijd, kwam Haydn naar Eisenstadt waar hij werd benoemd tot vice-kapelmeester van het privé-orkest van prins Paul II Anton Esterházy te Eisenstadt, hoofd van één de machtigste en rijkste families van Hongarije en een belangrijke beschermheer van muziek en de beeldende kunst. Diens opvolger, prins Nicolaus I Jozef (bijgenaamd ‘de prachtlievende’), stelde hem in 1766 aan als eerste kapelmeester in het nieuw gebouwde slot Esterháza bij het Neusiedlermeer. Het orkest werd uitgebreid van 14 tot 22 man en vormde  zich onder Haydn tot een der beste ensembles van die tijd. Haydn componeerde voor dit orkest talrijke symfonieën, wereldlijke cantates, kerkmuziek, divertimento, concerten en menuetten. Haydn zou meer dan dertig jaar in dienst van de familie Ersterházy blijven. In 1804 diende hij officieel zijn ontslag in bij de vorst.

Na de dood van prins Nicolaus in 1790 werd de kapel ontbonden en kreeg hij een behoorlijk pensioen toegewezen, met behoud van de titel van kapelmeester. Hij vestigde zich als vrij kunstenaar in Wenen en nu had hij plots alle tijd om in te gaan op uitnodigingen. Haydn aanvaardde het   voorstel van de impresario Johann Peter Salomon (sedert 1781 impresario en violist in Londen) om naar Londen te gaan, waar hij ook al naam had gemaakt. Toen Mozart van dit aanbod hoorde zei hij: “U bent niet opgevoed voor de grote wereld en spreekt te weinig talen.” Haydn antwoordde: “Mijn taal begrijpt men over de hele wereld.” Bij Haydn’s vertrek had Mozart een juist voorgevoel toen hij tegen zijn oudere vriend opmerkte: “Ik vrees, vader, dat wij elkander voor het laatst vaarwel zeggen.”

Salomon

Burney

Tijdens zijn verblijf van ongeveer anderhalf jaar aldaar werd hij met  alle zorgen omringd. Hij kreeg een eredoctoraat aan de universiteit van  Oxford op voordracht van de beroemde muziekhistoricus Charles Burney en  werd aan het hof ontvangen. In deze periode schreef hij zijn zogenaamde Londense symfonieën. In Londen raakte hij sterk onder de indruk van Händels koormuziek. Op zijn terugreis ontmoette hij te Godesberg de jonge Beethoven, die hem volgde naar Wenen voor muzieklessen. De verhouding tussen beiden vlotten niet:  Haydn was niet erg gesteld op de jonge Beethoven, die hij om zijn sterk gevoel van eigenwaarde ‘De Grootmogol’ noemde en de leerling was ontevreden dat zijn leraar de pedagogische puntjes niet beter op de i zette.

Later waardeerde zij elkander meer, en op zijn sterfbed zei Beethoven, naar een afbeelding van Haydn’s ouderlijk huis kijkend: “Een kleine hut, waarin een groot man werd geboren.”

Haydn en Mozart

Mozart

Waarschijnlijk hebben Haydn en Mozart  elkaar voor het eerst ontmoet in 1781 in Wenen. Door het grote respect, zonder afgunst of rivaliteit, ontstond er een zeer nauwe vriendschap tussen de twee componisten. Ondanks grote tegenstellingen in hun karakter raakten ze nooit met elkaar in conflict. Mozart nodigde Haydn uit voor de laatste repetities voor de première van “Cosi fan Tutte” op 26 januari 1790.  Iedere morgen wandelden de twee vrienden gearmd naar het theater waar het stuk zou worden opgevoerd.

Eind 1790 ontmoette Haydn en Mozart elkaar voor het laatst. Mozart overleed op 5 december 1791 en toen het nieuws van zijn dood Haydn  in Londen bereikte wilde hij dit eerst niet geloven. Dit drama greep hem zo erg aan, dat hij nog jaren later, dikwijls tot tranen toe bewogen was als Mozart ter sprake kwam. De vrouw van Mozart, Constance, bezocht Haydn in zijn laatste levensjaren.

De laatste grote triomf van Haydn

Dit was de uitvoering van “Die Schöpfung” op 27 maart 1808, ter gelegenheid van zijn zesenzeventigste verjaardag in de grote zaal van de Weense universiteit. Het was zijn laatste verschijning in het openbaar. Hij kwam aan in een rijtuig vergezeld door zijn dokter. Buiten de zaal werd hij toegejuicht door een groot aantal bewonderaars. In een draagstoel werd hij naar een ereplaats gebracht naast vorstin Esterhazy. Vele vooraanstaande musici waren aanwezig en brachten hem hulde. Het gebeuren was duidelijk teveel voor de oude man zodat men besloot om hem in de pauze naar huis te brengen. Bij zijn vertrek trad Beethoven naar voren en kuste Haydn de hand.

Haydn

Haydns laatste levensjaren

Essler

In de laatste jaren van zijn leven kreeg Haydn eerbewijzen uit heel Europa. Hij was erg trots op de medailles en geschenken die hij kreeg en liet ze vaak aan zijn gasten zien. Toen Haydn voelde dat zijn kracht opraakte besloot hij in 1801 zijn testament te maken. Voor een man die zijn hele leven nooit ziek was geweest was zijn achteruitgang moeilijk te verteren. Het moet voor Haydn erg triest geweest zijn te moeten constateren dat hij in zijn laatste levensjaren niet meer in staat was tot componeren. De dood van zijn beide broers schokte hem diep. Johann Evangelist stierf op 10 mei 1805 en Michael in augustus 1806. Begin 1809 was Haydn bijna volkomen invalide. In datzelfde jaar, op 7 februari, ondertekende hij zijn testament, waarin hij zesduizend gulden naliet aan Johann Elssler, zijn kopiist en dienaar die hem tot het laatst bijstond.

Op 31 mei 1809, tijdens de beschieting van Wenen door de Fransen, overlijdt Haydn in zijn woning te Gumpendorf. Zijn derde oratorium, “Das Letzte Gericht” bleef onvoltooid. Johann Elssler maakte een dodenmasker. Doordat de stad door vijandelijke troepen was bezet duurde het dagen voordat het nieuws van zijn dood overal was doorgedrongen, en zijn begrafenis op 1 juni op het Hundsthurmer kerkhof verliep dan ook bijna onopgemerkt. Op 15 juni werd een herdenkingsdienst gehouden in de Schottenkirche, waarbij Mozarts Requiem wordt uitgevoerd.

Haydns huis in Gumpendorf

Hier woonde Haydn de laatste tien jaar van zijn leven.

Bergkirche in Eisenstadt

In 1820 wordt het Hundsthurmer kerkhof ontruimd en worden Haydns stoffelijke resten bijgezet in de Bergkirche te Eisenstadt. Toen het graf werd geopend ontdekte men dat de schedel van de componist ontbrak. Onbekenden hadden bij de begrafenis de grafdelver omgekocht, zeer waarschijnlijk ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Van 1895 tot 1954 rustte de schedel in het museum van het Gesellschaft der Musikfreunde in Wenen. In 1954 werd de schedel van Haydn tenslotte gevoegd bij de rest van het lichaam op de begraafplaats van de Bergkirche te Eisenstadt. 

Haydn is voor de geschiedenis van de muziek zeer belangrijk geweest, niet alleen omdat hij de drie klassieke genres bij uitstek (symfonie, sonate en strijkkwartet) hun definitieve gestalte gaf, maar vooral omdat hij erin slaagde uit de twee tegengestelde stromingen van de 18de eeuw, de galante en de burgerlijke gevoelsstijl, de nieuwe synthese van het classicisme samen te smelten. Ondanks zijn kwart eeuw dienst aan het hof van Esterhazy maakte hij zich in zijn werk geleidelijk los van de hofsfeer, en verloor nooit de band met de volksmuziek.

Haydn had ook belangstelling voor de opera: hij componeerde 18 opera’s. “La vera costanza” (1778), “Orlando paladino” (1782), en “Armida” (1783) effenden in dit genre de weg voor Mozart.

De laatste jaren van zijn leven componeerde hij nog twee absolute meesterwerken: “Die Schöpfung” 1798 en “Die Jahreszeiten” 1801. Zelden heeft Haydn zich als componist laten beïnvloeden door zijn privé-leven of moeilijkheden.

Haydn en de liefde

Maria Anna

Joseph Haydn had in zijn latere leven verhoudingen met diverse vrouwen, maar het begon met Therese. Joseph werd verliefd op zijn leerlinge Therese Keller, de jongste dochter van een Weense pruikenmaker. Blijkbaar beantwoordde zij zijn gevoelens niet, want in 1756 trad zij in in het Sint-Nicolaasklooster te Wenen. Voor de inwijdingsplechtigheid componeerde Haydn een Orgelconcert in C. In 1760 trouwde Haydn met Thereses zuster Maria Anna. Wat hem bewoog om met Maria Anna te trouwen zullen we nooit te weten komen, maar het huwelijk met haar was een volledige mislukking. Maria was niet erg knap, slecht gehumeurd, stond onverschillig tegenover muziek en was niet in staat een huishouden te besturen.

Joseph en Anna maakten voortdurend ruzie, zelfs over de meest onbelangrijke dingen, en het huiselijk leven moet beiden dan ook zwaar gevallen zijn. Volgens musici die onder Haydn werkten, was Maria er steeds op uit om haar man te ergeren. Het verhaal gaat dat zij manuscripten gebruikten als onderlegger voor pasteitjes of als papillotten.

Maar het is wellicht niet eerlijk om alle schuld voor het mislukte huwelijk aan haar toe te schrijven. Haydn vluchtte in de muziek om echtelijke ruzies te vermijden en Maria wijdde zich voornamelijk aan de kerk. In het begin van de lente in 1800 stuurde Haydn zijn vrouw naar Baden om te kuren. Daar overleed Maria Anna op 20 maart op zeventigjarige leeftijd.

Rond 1779 werkte Haydn aan een nieuwe opera en koos daarvoor een tekst van Metastasio, die toen eenentachtig jaar oud was. Dit was de eerste gelegenheid voor Haydn om muziek te schrijven voor een nieuwe, negentien jaar oude, zangeres Luigia Polzelli, een mezzosopraan, wiens echtgenoot Antonio in 1779 als violist in dienst was genomen in het orkest van Esterházy. Antonio was veel ouder dan zijn vrouw en leed aan tuberculose. Het huwelijk was bepaald niet gelukkig en Haydn, die het ook niet al te best getroffen had, vatte liefdevolle belangstelling voor het jonge meisje op. Aangezien hij achtentwintig jaar ouder was dan zij mogen we aannemen dat hij, althans aanvankelijk, vaderlijke gevoelens voor haar koesterde. Hoewel er weinig bekend is over Luigia  schijnt ze hem later een nieuw geluk te hebben geschonken

Het ligt dan ook voor de hand dat Luigia Polzelli in Esterházy Haydns maîtresse was. Er werd zelfs beweerd dat Luigia’s jongste zoon, Antonio, geboren in 1783, een kind van Haydn was. Er waren ook trouwplannen maar het feit dat beide al gehuwd waren stond zo’n verbintenis in de weg. Nadat het orkest van Esterházy in 1790 ontbonden werd wisselde Haydn brieven met Luigia. Toch trouwde Haydn na de dood van zijn vrouw niet met Luigia Polzelli. Wel ondertekende hij de volgende verklaring:

“Ik, ondergetekende, beloof aan mevrouw Loisa Polzelli dat ik, in geval ik zou overwegen te hertrouwen, geen andere vrouw zal nemen dan genoemde Loisa Polzelli, en als ik weduwnaar blijf, beloof ik genoemde Polzelli na mijn dood een levenslang pensioen na te laten van driehonderd gulden in Weense munten.”

Haydn 1791

Als Haydn in Wenen was verkeerde hij in kunstlievende kringen waaronder in het huis van de medicus Genzinger met wiens vrouw Haydn een briefwisseling onderhield. De eerste brief die Marianne aan Haydn schreef was op10 juni 1789. Haydn koesterde een grote genegenheid voor Marianne en het afscheid viel hem zwaar toen hij zich op 15 december 1790 inscheepte voor zijn eerste reis naar Engeland, waar hij op 2 januari 1791 in Londen arriveerde. Tijdens zijn verblijf schreef hij trouw aan Marianne wat hij allemaal zag en meemaakte.

In 1793 overleed Marianne plotseling op achtendertigjarige leeftijd. Haar dood maakte diepe indruk op Haydn, want met haar heengaan verloor hij zijn laatste vertrouwelinge met wie hij vrijuit kon spreken. Van zijn vrouw was hij rond deze tijd volkomen vervreemd. Hij voelde zich nu een eenzaam man.

Joseph Haydn was een graag geziene gast in de Londense society, vooral de dames voelden zich tot Haydn aangetrokken. Zijn prettige persoonlijkheid bezorgden hem vele vriendschappen. Zo stond hij op zeer goede voet met, de weduwe van een musicus. Haydn ontving van Rebecca Schroter vele tedere liefdesbrieven, die hij zorgvuldig in zijn dagboek overschreef. Haydn vertrouwde Albert Christoph Dies toe dat hij met haar zou trouwen als hij vrijgezel was geweest.

Albert Dies bezocht Haydn in 1805-1808 dertig maal. Op basis van deze interviews schreef hij in 1810 het boek “Biografische Nachrichten von Joseph Haydn”.

Schroter

2009 is het Haydn-jaar. Meer zien?

Bezoek het Haydn museum in Rohrau www.niederoesterreich.at

Kies taal en klik Donau-Niederosterreich aan en kijk bij topattracties

Eisenstadt www.haydnmuseum.at  Klik op Haydn house Eisenstadt

Wenen www.wienmuseum.at  Klik op Wien museum en daarna op musikerwohnungen

www.haydn.startpagina.nl

 

Bronnen:

Klassieke componisten Atrium

Muziek zonder woorden Kluwer

Neill Butterworth Haydn

Spectrum Componisten van A tot Z

 

Haydn Fotogalerij

 

Geboortehuis Haydn in Rohrau Oostenrijk

Nu Haydn museum

Geboortekamer Hayd

Woonkamer geboortehuis

Barokkamer geboortehuis

Keuken geboortehuis

Kamer in Haydn museum Rohrau

Huis Haydn in Eisenstadt

Haydn museum Wenen

Wenen Kohlmarkt

Gravure Carl Schuts 1786

Marianne Martinez

Leerling Haydn

Haydns broer

Michael Johann

Haydn 1781

Haydn 1792

Portet Haydn

Haydn

 

Kijk en luister naar Haydn

 

Cello Concerto No. 1

 

Die Jahreszeiten

 

Die Schöpfung

 

Londense Symfonie nr. 101

 

Piano Sonate in C

 

Piano Trio in D

 

Symfonie 94

 

Trumpet Concerto in D

 

Terug naar Componisten

 

 

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten