(Albert Verwey 1856-1936) Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst
’n Enkele lijn is genoeg en ik zag u van teen tot schedel: ’t Verende gaan, de heup, het teruggeworpen lijf. Vurig en edel waart ge, glimlachende! – en vurig en edel Zij ’t galopperende vers, dat ik, u huldigend, schrijf.