
Priester der bosschen,
thans wil ‘k verklaren
al u mijn zonden,
de lichte, de zware
boven de pijnen de zonnegoudpracht,
oordeel mij zacht.
Wonder verward weer,
voel ‘k mijn geheugen:
liefde, gij Godheid –
liefde, gij leugen
Tot uwe diensten ben ik altijd
lachend bereid.