Home / Gedichten / De nachtegaal en de koekoek

De nachtegaal en de koekoek

(Willem Bilderdijk 1756 - 1831)
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Nachtegaal en koekoek streden
Om de zangprijs van het dal.
Hoe gelukkig zal hij wezen,
Die die zangprijs winnen zal!

Koekoek sprak: ik weet een rechter,
Die ons vonnis wijzen kan.
Oren heeft hij om te horen
Groter dan de grote pan.

De ezel kwam, men gaat aan ’t zingen.
Langoor bromt eens in de keel,
Rekt zich uit, en geeuwt en luistert
Naar het lied van Filomeel.

Wind en bos en stromen zwegen.
Eindlijk zegt hij : Gans niet kwaad;
Maar het is te wild gezongen,
En het blijft niet in de maat.”

Na een korte poos gegrinnik
Geeft hij d’ ander ook gehoor,
Koekoek fluks aan ’t koekoekschreeuwen,
Koekoek, koekoek, na als voor.

Bravo ja, dat noem ik zingen,
(Zegt hij) dat ’s de rechte toon!
’t Nachtegaaltjen piept wel aardig.
Maar de koekoek spant de kroon.

Dat zijn klinkklaar zuivre jamben;
Dat ’s een maat naar MIJN verstand;
Daar is zoet bij in te slapen
‘k Hou niet van die Griekse trant.”

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten