Home / Gedichten / De weddenschap

De weddenschap

(Aangetroffen in: 'Het Amusantje" uit 1915.')
Met dank aan Frits Bentsink te Nijverdal voor het insturen van de tekst

Op de Veluwe was er vroeger een garnizoen
Met soldaten, die hun best wel doen
Om samen flink te exerceren
En, verder hun dienstplicht goed te leren.

Daar bij die “troep” was er één soldaat,
Ja, ’t was een echte “ongemaat”,
Die altijd voor gewoonte had:
“Ik wed om dit en ik wed om dat”.

Zijn majoor, echt een hele goeie man,
Die kreeg daar toch de brui wel van
En sprak: “Soldaat, doe me één plezier,
Dat wedden moet je laten hier.
Jij altijd met je wedderij,
Je krijgt het aan de stok met mij.”

Toen sprak de soldaat ietwat brutaal:
“Majoor, het is echt een familiekwaal,
Al houdt u mij nòg zo in de gaten,
Dat wedden kan ik tòch niet laten.”
“Niet laten zo, dat staat je net,
Dat jij je tegen de majoor verzet.”

“Verzetten?”, sprak de soldaat heel vlug,
“Daar kom ik correct even op terug.
Ik zou het zelfs wel durven wagen,
U om een weddenschap te vragen.”

De majoor, al enigszins oud van dagen,
Stond compleet hiervan verslagen.
“Wil je wèèr wedden, jonge maat,
Welaan, kom er dan mee voor de draad.

Je weddenschap zal zo niet zijn,
Of je zal het verliezen tegen mij’n.
Je knoeierij kan zo niet wezen,
Of ik zal je er even van genezen.”

Een glimlach trok nu over het gelaat
Van onze weddende soldaat.
Hij sprak: “Nu goed mijn beste majoor
Het volgende stel ik u thans voor.
Nu u mijn weddenschap kunt dulden,
Wed ik om driehonderd gulden,
Dat een steenpuist, jaaah.. ’t is sterk,
Zal komen op uw achterwerk.
Misschien vindt u het raar van mij’n
Maar over drie dagen zal het echt zo zijn.”

De majoor was nù geheel verstoord,
Zoiets had hij nog nòòit gehoord.
“Maar, ’t is goed, je weddenschap is aangenomen,
Over drie dagen kun je wederkomen.”

De eerste dag der drie verstreek,
Doch hoe de majoor ook in de spiegel keek,
Hij kon er steeds niets van ontdekken,
Zelfs niet door zijn nek ver uit te strekken.

De tweede dag dacht hij: “Stel je voor,
Dat ik de weddenschap verloor.
Met mijn geld zal die soldaat zich niet verrijken,
Ik zal toch de dokter eens laten kijken.”

Maar hoe de arts ook zocht en keek
Niets wat op een pukkel of een puist geleek.
Opgelucht en dus nogal zeer tevree’n
Ging de majoor daarna huiswaarts heen.

Nu is het wachten op de soldaat,
Die de derde dag plots voor hem staat.
“Wel majoor”, zo was hij begonnen,
“Heb ik de weddenschap gewonnen?”
“Gewonnen?” riep de majoor, die meer brulde,
“Waar zijn mijn driehonderd gulden?”

“Die centen krijgt u vlot en zelfs subiet,
Zoals u hier in mijn beurs wel ziet.
Alleen als ik de waarheid mag aanschouwen,
Mag u deze knip met centen houden.”

Daar begon de majoor wel van te zweten,
De soldaat wilde echt de waarheid weten.
De majoor wist hem niet om te buigen,
De soldaat wilde echt zichzelve overtuigen.

De majoor moest dus maar voor die wil bezwijken,
In vredesnaam, hij moest maar kijken.
En de soldaat, ’t was werkelijk haast te veel,
Keek toen grijnzend naar dit blanke achterdeel.
Maar…, hij betaalde direct zijn schulden,
Immers, hij had verloren: nogwel ‘driehonderd gulden’.

De majoor ging hierna opgetogen naar de soos,
En daar, waar hij zich een mooi plaatsje koos,
Was ook de kapitein gezeten,
Die graag iets over die soldaat wou weten.

“Wel majoor,” zo ving hij nieuwsgierig aan,
“Hoe is het toch met die soldaat gegaan,
Je weet wel die zo vol met wedden zat.
Heb je hèm wel eens te grazen gehad?

“Nou,” sprak de majoor verheugd
“Die heeft van mij gewis zijn meugt,
Binnen drie dagen, ja ’t is sterk,
Dan zou er op mijn achterwerk
Een steenpuist zijn verrezen,
Zo zou zijn weddenschap er wezen.”

“En?” zo sprak de kapitein, “Heb je dat misschien
Aan die jonge kerel laten zien?”
“Natuurlijk”, sprak de majoor, “het is geen mop,
Het kostte hem zelfs driehonderd pop.”

De kapitein werd toen wit en steunde: “Ach,
Dit is voor mij een dure dag.
Hoe heeft die vent het zo verzonnen,
Zevenhonderd gulden heeft hij nu gewonnen.

Want f.1000.- heeft hij van mij te pakken,
Omdat jij je broek hebt laten zakken,
Daar hij wedde met mij bovendien
Dat hij binnen drie dagen jouw kont zou zien.”

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten