Toen eens die groote schilder
De wereld verven zou,
Klom hij eerst in den hemel –
Den hemel maakte hij blauw
Drie droppels liet hij vallen
Beneden op de aard,
Drie mooie kleine dingen
Zijn daar altijd bewaard:
De eerste viel in ‘t koren,
Dat werd een korenbloem,
Die bloeit in ‘t blauw naar boven,
Dat is haar groote roem
De tweede viel in ‘t heikruid,
Dat werd een heikapel,
Die vliegt altijd naar boven
Veel hooger wou ze wel
De derde ging verloren,
Men wist niet waar ze was –
Mijn liefste – o mijn blijde meid!
Ik vond jou in het gras!
Jouw hartje was de zonne,
Die scheen den hemel uit, –
Scheen uit jouw blauwe oogen,
Mijn mooie kleine bruid!
Ik leid jou naar de heide,
Dan door het korenland –
Leid jij mij naar den hemel,
Leid jij mij bij de hand!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.