Van alle goeds en schoon in het leven
Zijt gij mij kruiske mij gebleven
In moeite en in kommernis
Mijn enige troost en erfenis
Ik heb u steeds op ’t hart gedragen
In eenzame en soms bittere dagen
Als alles alles tegen viel
Borg ik u stil in mijne ziel
Als d’ogen mij van tranen brandden
Hield ik u biddend in mijn handen
En als ik niet meer schreien dorst
Legde ik u stil op mijne borst
Gij hield mij steeds uw smart voor d’ogen
En nimmer hebt gij mij bedrogen
Gij leerde mij tevreden zijn
En edelmoedig goed en rein
O kruiske, kruiske zoet kleinode
Dat ik in leve en den dode
Alleen bewaar als onderpand
Der reizen naar een beter land
Gij hebt zo veel tot mij gesproken
Zoveel hebt gij in mij verbroken
Zoveel heeft uwe zachte hand
Gesnoeid besneden en verpand
Maar waar de woorden nu te vinden
Om u te schilderen beminde
Naar het verlangen van mijn hart
In al uw schoonheid al uw smart
O Zalig driewerf zalig het harte
Dat met u vreugde deelt en smarten
Dat met u lacht en met u schreit
Dat met u leeft en met u lijdt
O heilig kruiske dierbaar teken
Door vele in hun nood bekeken
In de harde levensstrijd
Die voert ter eeuwige Zaligheid
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.