
Omdat zij zo lelijk is
met een scheve mond
grote benige handen
en afgebroken tanden
Zo plat als een liniaal
scheef kromgetrokken
en de hobby heeft
om met agenten te knokken
Die haar regelmatig
op haar stompe klei neus slaan
om overeind krabbelend
toch weer door te gaan
Bokkend en briesend
als een dolle uitgemolken koe
stormt zij neusbloedend
steeds weer op hen toe
En als beide partijen zich
moe gestreden neder zetten
de schaafwonden likkend
om het bloeden te betten
Elkaar de besmeurde handen
helpend aan te reiken
Laat zij zich even gaan
en laat haar ware aard blijken
Glimlachend onder applaus wuift zij
het vertrekkende busje na
dan zegt die lieverd met zwoele stem
kom op, nu jouw beurt Pa
Zo opgepakt en bungelend
onder haar behaarde arm
piep ik angstig zacht
lieverd is het niet te warm?