Home / Gedichten / Sint Joris en de draak (versie 1)

Sint Joris en de draak (versie 1)

(Albert Verwey 1865-1937)
Met dank aan Jeanne Albers voor het insturen van de tekst

Ik zag u eens, mijn koning, toen de muur
Spleet en in de enge cel, nu maatloos groot,
Stondt gij wiens diadeem om ’t voorhoofd sloot
En beide uw ogen waren sproeiend vuur.

En met uw lans troft gij den draak, ’t onguur
Gedrocht, karbonkel-ogig: door dien stoot
Sprong ’t bloed zwart-rood en spoot omhoog en vloot
Gelijk een stroom en daar ik staar en tuur

Windt hij door groene weiden en de stad
Rijst aan zijn boord en schepen wieglen er
Vol schat en volk naar de ondergaande zon.

Ik zat als op een heuvel en ik kon
Den schemer zien die oprees, vaag en ver –
En ’t was alsof ik in uw schaduw zat.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten