Johannes Brahms



Johannes Brahms (7 mei 1833 – 3 april 1897) was een Duitse componist en dirigent. Ook speelde hij orgel en piano. Brahms was een vastberaden hardwerkende musicus. Hij was perfectionistisch, twijfelde aan zichzelf en had veel zelfkritiek, wat soms ook als melancholie doorklinkt in zijn muziek. Brahm combineerde muziek uit alle eeuwen en bouwde in zijn eigen werk daarop verder. Hij bestudeerde muziek van andere grote componisten zoals Bach, Beethoven, Schütz, Gabrieli, Scarlatti en Händel. En ook betrok hij muziekvormen zoals fuga, het madrigaal, zigeunermuziek, volksmuziek en Hongaarse muziek in zijn eigen werk.

Zijn jeugd

Brahms werd in een arme wijk van Hamburg geboren en kwam uit een eenvoudige familie. Zijn vader, Johann Jakob, was een veelzijdig musicus, die zowel de Franse hoorn als contrabas bespeelde. Hij speelde in dansorkesten en cafés. Zijn moeder, Johanna Christiane Hendeike Nissen, was coupeuse (kleermaakster).

Zijn moeder Johanna was zeventien jaar ouder dan haar echtgenoot. Haar belangstelling en inzet voor de opvoeding van de kinderen en het bestieren van het huishouden was veel groter dan die van haar man. Johannes vader was onvolwassen en door zijn temperament ongeschikt voor de verantwoordelijkheden van een gezin. Wel merkte hij al snel het muzikale talent van zijn zoon op.

Johannes begon op zevenjarige leeftijd met muzieklessen van Otto Friedrich Cossel. Op zijn tiende gaf hij een indrukwekkend optreden en een Amerikaans impressario wilde dat hij in Amerika op tournee ging en bood hem veel geld. Cossel overtuigde Johannes zijn vader om te blijven, zodat hij nog beter kon worden. Hij vond dat hij bij Eduard Marxsen les moest krijgen, destijds de meest vooraanstaande pianoleraar in Hamburg. Johannes kreeg van Marxsen vervolgens een gedegen muzikale opleiding.

Johann Brahms geboortehuis
Johann Brahms geboortehuis in Hamburg, 1891. Hij woonde op de eerste verdieping (links).

Johannes had een sterke band met zijn ouders, maar het leeftijds- en karakterverschil tussen de twee ouders veroorzaakte spanningen, die jaren sluimerden. Omdat het gezin weinig geld had, begon Johannes op zijn dertiende als pianist te werken in bars en bordelen in de haven. Het was geen beste werkomgeving voor zo’n jonge jongen. Tijdens het spelen las gedichten van Novalis en Hölderlin, omdat hij het werk niet leuk vond.

Op vijftienjarige leeftijd begon Brahms volksliederen te verzamelen en te arrangeren. Hij trad op in restaurants en kwam ook in aanraking met Hongaarse volksmuziek, door Hongaarse vluchtelingen in Hamburg. Hij maakte kennis met de ‘csárdás’ en de ‘alla zingarastijl’ en leerde zigeunermuziek kennen. In 1851 voltooide hij zijn eerste eigen compositie, het Scherzo in es-klein (Opus 4). In 1853 ontmoette hij de Hongaarse violist Eduard (Ede) Reményimet wie hij een aantal tournees maakte. Door al deze invloeden ontwikkelde hij een unieke eigen componeerstijl, waarin hij experimenteerde met vernieuwende harmonie en ritmiek.

Naast pianostudie verdiepte Brahms zich in vreemde talen en ontwikkelde hij een diepe liefde voor poëzie. Dit stelde hem in staat passende teksten te kiezen voor zijn prachtige liederen. Zijn passie voor poëzie voedde zijn streven naar innerlijke waarheid en zorgde ervoor dat hij gekunsteldheid en aandachtstrekkend gedrag vermeed.

Marxsen
Eduard Marxsen in ongeveer 1840/1850
Johannes Brahms
Johannes Brahms in 1853
Remenyi Brahms
Eduard Remenyi en Brahms in 1852.

Joseph Joachim
Joachim Joachim (28 juni 1831 – 15 augustus 1907) was een gevierd concertviolist, erg bekend in zijn tijd. Hij beschikte over een diep muzikaal gevoel. Hij raakte bevriend met Brahms en ze bleven hechte vrienden. Ze traden samen op en Joachim liet hem kennismaken met zijn muzikale contacten. Dat was voor Brahms van grote betekenis. Zo werd Brahms geïntroduceerd aan het muzikale hof van Weimar waar componist Franz Liszt de scepter zwaaide. Brahms had niet veel op met de muziek van Liszt en tussen de twee was sprake van wederzijds onbegrip.

Brahms Joachim componist
De vrienden Brahms (links) en Joseph Joachim (rechts).

viool Joachim
Violist Joseph Joachim in 1868

Schumann
De kennismaking met Robert en Clara Schumann in 1953 was echter wel heel belangrijk. Er ontstond een spontane vriendschap die zou uitgroeien tot een levenslange band. Ieder van de drie herkende iets van zichzelf in de ander.

Robert Schumann (8 juni 1810 – 29 juli 1856), die eerder al Chopins talent promootte, bracht componist Brahms voor het eerst onder de aandacht van het Duitse muziekpubliek. Zijn beroemde artikel ‘Nieuwe Wegen’ (het laatste dat hij voor Neue Zeitschrift für musik schreef) was zowel een afscheid als een profetie. Schumann noemde de onbekende Brahms, amper twintig jaar oud, de componist die de grote Duitse romantische traditie zou voortzetten. Dit ontketende Brahms internationale carrière.

Achter het vurige temperament van de jonge componist had Schumann niet alleen het serene evenwicht van de ware kunstenaar ontdekt, maar ook een grote bescheidenheid. Door deze twee eigenschappen zou Brahms later in een eenzame droomwereld geraken. Het belangrijkste was dat Brahms verlegenheid als sneeuw voor de zon verdween in de warmte en veiligheid van huize Schumann, dat gonsde van muziek, boeken en kinderstemmen.

Brahms was dankbaar, maar werd ook zenuwachtig van alle verwachtingen die Schumann schepte. Hij nam al zijn werk onder de loep en gooide weg wat hij niet goed genoeg vond. De steun van Schumann zorgde er wel voor dat hij voor het eerst onder zijn eigen naam werken publiceerde, zoals zijn eerste twee pianosonates.

Clara Schumann (Wieck) (13 september 1819 – 20 mei 1896) was pianiste. Haar vader Friedrich Wieck was een strenge leermeester voor haar en ook Robert Schumann kreeg les van hem toen hij jong was. Vader Wieck keurde hun relatie af, maar toch trouwden ze in 1840. Ze kregen acht kinderen.

Robert Schumann kampte met mentale problemen. Na een zelfmoordpoging in 1854 ging hij naar een gesticht. Brahms ging naar Düsseldorf terug om Clara te helpen. Hij woonde bij haar thuis. Over zijn verhouding met Clara Schumann werd veel geroddeld. Toen Robert twee jaar later overleed, leidde dat niet tot een huwelijk tussen Clara en Johann. Waarom niet blijft onduidelijk maar ze bleven wel hele goede vrienden.

Schumann componist pianist
Robert en Clara Schumann in 1847.
Clara Schumann pianist
Clara Schumann, pastel door Franz von Lenbach 1878.
kinderen schumann
Enkele kinderen van Robert en Clara Schumann in 1854: v.l.n.r.: Ludwig, Marie, Felix, Elise, Ferdinand en Eugenie (Julie en Emil ontbreken).

Scheiding
Ernstige familieproblemen dwongen Brahms om regelmatig naar Hamburg te reizen. Uiteindelijk leidde de spanningen tussen zijn ouders tot een scheiding. Zijn vader zou veel affaires hebben gehad. Ondanks Johannes zijn inspanningen om het gezin bijeen te houden, scheidden zijn ouders. De scheiding raakte Johannes diep. Hij voelde zich verantwoordelijk voor zijn familie en deed er alles aan om hen te ondersteunen, zowel financieel als emotioneel. Hij bracht hen in afzonderlijke woningen onder, wat een verlammende financiële last was, die hij tot zijn moeders dood in 1865 zou dragen.

Het is typerend voor Brahms dat hij weigerde om over zijn zorgen te spreken, maar hij ontving een brief van Clara Schumann waarin zij haar medeleven uitsprak. Dit was het begin van een regelmatige correspondentie die de rest van hun leven zou voortduren.

Detmold
In 1857 trad Brahms aan als koordirigent in Detmold, een plaats waar de gebruiken en etiquette nog sterk deden denken aan die van de vorige eeuw. Hoewel Brahms er verzorgd uitzag, was zijn sociale gedrag vaak nonchalant, waardoor hij niet goed paste binnen de strenge hofregels. Tijdens zijn tijd in Detmold maakte hij voor het eerst intens kennis met het rijke culturele erfgoed van Duitsland. Hij raakte diep onder de indruk van de grote figuren die de Duitse cultuur vormgaven, zoals Bach en Händel en zelfs hun voorgangers.

Een jaar later keerde Brahms terug naar Hamburg, in de hoop benoemd te worden als directeur van de Singakademie. Tot zijn teleurstelling ging de baan echter naar zijn vriend, Julius Stockhausen.

Stockhausen Brahms
Johannes Brahms en Julius Stockhausen in 1870.

Wenen
Teleurgesteld reisde Johannes Brahms in 1862 naar Wenen, daar werd hij dirigent van de Singakademie ter plaatse. Hij deed het niet lang en bleef daar nog geen jaar. Nadat hij had namelijk uitgerekend dat hij van de publicaties van zijn composities en van onregelmatige losse opdrachten bescheiden kon leven. Dus beëindigde hij in 1864 alle verplichtingen en werd zelfstandig musicus. De ervaring als dirigent met koren bleek van groot belang voor zijn composities. Hij kon het zich veroorloven aanlokkelijke aanbiedingen aan zich te laten voorbijgaan, door de goede betrekkingen die hij onderhield met zijn uitgevers. In Wenen werd hij een volwassen kunstenaar en voegde grote symfonische werken aan zijn al uitgebreid oeuvre op het gebied van de kamermuziek toe.

Zijn compositorisch oeuvre was al zeer omvangrijk geworden (meer dan 60 opusnummers) en bevatte een van zijn belangrijkste werken: ‘Ein Deutsches Requiem’ voor solisten, koor en orkest. Zes delen van Ein deutsches Requiem werden op Goede Vrijdag in 1868 met groot succes opgevoerd in Bremen. Het complete werk van zeven delen ging onder leiding van Carl Reinecke op 18 februari 1869 in première in het Gewandhaus in Leipzig. Deze succesvolle uitvoeringen bevestigde zijn grote naam als componist.

Hij werd overal beroemd als pianist, begeleider en dirigent en ging op tournee in Hongarije, Polen, Nederland, Rusland, Denemarken, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Engeland en Duitsland. Hij werd ook doctor honoris causa in Cambridge en Breslau. In 1872 trok hij in zijn eerste eigen woning in de Karlsgasse waar hij tot zijn dood bleef wonen.

Hij werd ook dirigent van het Gesellschaft für Musikfreunde. Hij oogste succes tijdens concerten met werk van Bach, Schumann en van zichzelf en kreeg positieve feedback van Eduard Hanslick. Tot 1875 dirigeerde hij de Weense Gesellschaftskonzerte, waar hij de grote werken uit de barok introduceerde.

Nederland

Brahms kwam verschillende keren in Nederland, waar al tamelijk vroeg belangstelling was voor zijn muziek. In 1874 logeerde hij bij professor Engelman in Utrecht. In 1884 was Brahms weer in Nederland waar hij zijn derde symfonie dirigeerde en zijn tweede pianoconcert. De orkesttoestanden waren in die tijd niet erg bevredigend, maar Brahms werkte met een energie alsof hij het beste orkest voor zich had. Het jaar daarop kwam Brahms weer in Nederland, maar nu met het beroemde orkest van Meiningen. Dat orkest stond onder leiding van Hans von Bülow (1834 – 1894), een gerenommeerde pianist en dirigent uit die tijd. Die voerden de nieuwe vierde symfonie van Brahms uit.

Bülow
Hans von Bülow (8 januari 1830 - 12 februari 1894).

Zijn werk
Hoewel Brahms de laatste van de grote romantici was, was hij sterk georiënteerd op de classicistische stijl, in het leven geroepen door de zogenaamde Weense Klassieken. Hij had grote bewondering voor Beethoven en Bach, geloofde in de conventionele vorm en structuur en was een tegenstander van de ‘rebelse’ Wagner en Liszt en wat zij ‘de muziek van de toekomst’ noemden.

In 1876 voltooide hij zijn eerste symfonie, waar hij maar liefst 21 jaar aan werkte. Hij vond het moeilijk met de druk om te gaan dat hij in de voetsporen van Beethoven zou treden. Maar hij maakte uiteindelijk slim gebruik van de verwachtingen en liet in zijn eerste symfonie de stijl van Beethoven doorklinken. Zijn symfonie werd een succes en Hans van Bülow noemde het zelfs de ’tiende symfonie, alsof het de volgende symfonie van Beethoven was. Brahms werd onderdeel van ‘de drie B’s’; Bach, Beethoven en Brahms waren de drie grootste componisten.

De periode 1877-1879 was zijn meest productieve tijd. In die jaren ontstonden onder meer het vioolconcert, de tweede symfonie, de vioolsonate in G en de twee rapsodieën opus 79 voor piano. Zijn tweede symfonie (1877) was een heel zonnige en zelfverzekerdheid klinkt erin door. Intussen had hij de gewoonte aangenomen om te componeren gedurende de zomer en in de winter concerten te geven.

Brahms’ oeuvre is zeer omvangrijk en dan te bedenken dat hijzelf veel van zijn werk vernietigde, omdat hij het niet goed genoeg vond. Hij was zeer perfectionistisch.

Zijn derde symfonie (1883) is heel persoonlijk. Hij start het heel levendig, waarin zijn levensmotto Frei aber froh doorklinkt. Hij lijkt zich verzoend te hebben met zijn eenzaam lot. De vierde symfonie (1885) vond Brahms zelf de beste, ook het publiek was (weer) erg enthousiast.

Hij schreef dus vier symfonieën en twee pianoconcerten (Pianoconcert nr.1 en Pianoconcert nr.2), een vioolconcert en een dubbelconcert voor viool en cello.

Brahms componeerde daarnaast ongeveer 330 liederen, kamermuziek (sonates voor viool, cello en klarinet; strijkkwartetten,- kwintetten en – sextetten; muziek voor piano solo) en bewerkte muziek van Händel, Schubert en Bach. Alleen opera vond hij helemaal niks en daar heeft hij nooit muziek voor gemaakt.

componist Johannes Brahms
Johannes Brahms omstreeks 1865

Brahms’ muziek wordt gerekend tot de late romantiek, waarin veel volkse invloeden te vinden zijn. Tot zijn bekendere werken behoren de Hongaarse dansen en Ein Deutsches Requiem, een humanistische liturgie van troost en lijden. Voor dit gigantische muziekstuk maakte hij gebruik van teksten van de vertaling van Maarten Luther van de Bijbel, in plaats van de gebruikelijke Latijnse dodenmis. De teksten gingen over troost, acceptatie en hoop. Hij had het stuk achteraf liever het Requiem van de Mens willen noemen.

Vrouwen

Siebold
Vriendin Agathe von Siebold.

De componist Brahms leefde voor de muziek en daar leek een vrouw niet in te passen. Wel was hij graag in het gezelschap van jonge, aantrekkelijke muzikale vrouwen (hij vormde bijvoorbeeld ook een vrouwenkoor in Hamburg), hij flirte met verschillende vrouwen, maar bleef altijd vrijgezel. Zelf zei hij dat zijn afschuw voor het huwelijk even groot was als zijn afkeer van opera. Wellicht dat dit kwam door het niet gelukkige huwelijk van zijn ouders. Dus waarschijnlijk is dat de reden dat hij nooit trouwde. Brahms bewonderde Clara Schumann zijn hele leven lang en was ook verliefd op haar. Toch had Johannes Brahms ook relaties met andere vrouwen, waaronder Bertha Porubsky, Elisabeth von Herzogenberg en Hermine Spies. Ook was hij verliefd op Clara haar dochter Julie, wat niet wederzijds was en hij droeg ook een stuk aan haar op.

Met Agathe von Siebold verloofde hij zich zelfs. Maar hij schreef haar een kort briefje, waarin hij uitlegde geen trek te hebben om ‘de ketenen van het huwelijk te dragen’. Agathe barstte in woede uit en verbrak elk contact met Brahms.

Jaren later baseerde Brahms het tweede thema van het eerste deel van het Sextet in G, op de letters van haar naam A-G-A-(T)-H-E. Hij droeg het hele stuk aan haar op.

Clara Schumann
Clara Schumann in ca.1890.

Het einde
Zijn laatste vredige jaren bracht Brahms door met een groep trouwe vrienden. De moeilijke weg die hij in 1896 moest maken om de begrafenis van Clara Schumann bij te wonen, brak zijn spreekwoordelijke ijzeren constitutie: er wordt leverkanker  bij hem geconstateerd. Johannes Brahms overlijdt op 3 april 1897 en wordt begraven op het Wahringkerkhof in Wenen.

Zijn begrafenis was een grootse gebeurtenis. Op de route naar de begraafplaats waren duizenden mensen aanwezig. De stoet werd begeleid door vlaggendragers en toortsdragers. De kist werd gevolgd door zijn vele vrienden als Antonín Dvořák en Alice Barbi. Het gebouw van de Wiener Musikverein was behangen met zwarte doeken. Brahms compositie “Fahr wohl” werd door de Singverein uitgevoerd. Brahms werd vlakbij Beethoven en Schubert op het Wahring kerkhof in Wenen begraven. Ook Hamburg, zijn geboortestad, treurde: tijdens de begrafenis hingen daar de vlaggen halfstok en ook de schepen in de haven deden dat.

Brahms
Johannes Brahms in 1889.
componist Brahms
Johannes Brahms in zijn studeerkamer
graf Brahms
Graf van Johannes Brahms op Zentralfriedhof in Wenen.

Luister naar het werk van componist Brahms

Geschreven door Ilse Steel

Bronnen:
Spectrum Componisten van A tot Z
Geïllustreerde encyclopedie
Atrium Klassieke componisten
Muziek onder woorden