Jaren 1945-1950 – Hoofdstuk 3 – De wederopbouw



De wederopbouw was een periode van hard werken. Er heerste grote woningnood en de economie lag stil. Onder de bevolking bestond, ondanks de problemen, grote eensgezindheid en een groot idealisme. Om de wederopbouw goed te laten verlopen werd van de werkgevers en werknemers gevraagd de harmonie te bewaren die nodig was om het economische herstel goed te laten verlopen. Die harmonie kwam tot stand in gestructureerd overleg via de in 1945 opgerichte ‘Stichting van de Arbeid’, waarin werkgeversorganisaties en vakbonden samenwerkten. De regering zorgde voor een streng loon- en prijsbeleid. Binnen een paar jaar werd heel Nederland weer opgebouwd en groeide de economie. Het leven na de Tweede Wereldoorlog werd steeds beter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in totaal 80.000 huizen vernietigd. De door het oorlogsgeweld vernielde huizen werden gerepareerd en in 1945 werden 400 nieuwe woningen gebouwd, om de dakloos geworden oorlogsslachtoffers onderdak te bieden.

Glas, dat schaars was, werd tijdens landelijke campagnes overal ingezameld. In 1950 was het aantal nieuw gebouwde woningen gestegen tot 50.000. Snel en goedkoop bouwen was het devies. Ook de snelle bevolkinggroei noopte tot het bouwen van nieuwe woningen. Er zou in Nederland nog lang sprake zijn van woningnood ! Ook werden er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland meer dan 8000 boerderijen verwoest. Na eerste verwoestingen in 1940 (vooral in de Grebbelinie) gingen de meeste boerderijen tijdens gevechtshandelingen en bombardementen in de twee laatste oorlogsjaren verloren. Het Bureau Wederopbouw Boerderijen, een overheidinstelling, was vanaf juli 1940 verantwoordelijk voor de wederopbouw van de verwoeste boerderijen. Het liet boerderijen in regionale vormentaal bouwen die een moderne agrarische bedrijfsvoering toelieten. Veel wederopbouwboerderijen dragen een gevelsteen met een uit het vuur springende leeuw.

Trein 1946

Overal in het land was men bezig met heien, metselen etc. Ook de spoorwegen moesten na de oorlog hersteld worden. Dit was belangrijk voor de wederopbouw want ander vervoer was er vrijwel niet. Bij de spoorwegen hadden de Duitsers 11.866 goederenwagons, 900.000 dwarsliggers en 70 miljoen kilo rails gestolen; 655 stoomlocomotieven waren niet meer te gebruiken. Ook het materieel en tramnet verkeerde in een deplorabele staat. Een vijfde deel van het wagenpark was weggevoerd en de rest had te lijden gehad onder zware overbelasting.

Jaren 1945-1950 -...
Jaren 1945-1950 -...

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten